In de voorjaarsvakantie ben ik naar een kindervoorstelling in Almere geweest. Het ging over schatgraven. Een vriendin had de tekst geschreven. Na afloop vertelde mijn vriendin iets over het proces. Ze had er bij alle improvisaties bij gezeten en was bij elke repetitie aanwezig geweest. Tot het eind toe bleef ze de tekst herschrijven naar aanwijzingen van de regisseuse. Ze vroeg zich af of er nog wel iets van haarzelf in de tekst terug te vinden was. // Lees verder //
0 Comments
Ik heb mezelf afgelopen week opgesloten in een klooster om te schrijven aan mijn boek. Wat ik wil gaan schrijven heb ik gelukkig enigszins in mijn hoofd, hoe ik het wil gaan schrijven, blijkt de grote vraag. Een vorm moet zich aandienen, er niet bij de haren bijgesleept worden, je moet je verhaal niet in een hokje willen proppen waar het niet in past, of in een hokje dat veel te groot uitvalt, als een te ruime jas. // Lees verder // Op Nationale Poëziedag droeg ik voor bij Poëzie op Zeep in een galerie in Rotterdam Zuid. Er zat een handvol mensen in de ruimte waarvan de meesten zelf hun gedichten gingen voordragen of in de organisatie zaten. Het deed niets af aan de sfeer. Er was een heuse presentator in een paarse glitterjas. Na de pauze was ik aan de beurt. De presentator had Blauw gelezen en hij beschreef het boek als een spannende detective. 'Heeft Nikki echt liggen rollenbollen op het hemelsblauwe tapijt? En wat is er nu werkelijk gebeurd met die mysterieuze meneer G.?' // Lees verder // Het was afgelopen week twee jaar geleden dat Doeschka Meijsing stierf aan de complicaties van een zware operatie. Toevallig lees ik op dit moment haar roman 'De kat achterna', uit 1977. Ooit, op de middelbare school heb ik 'Utopia of De geschiedenissen van Thomas' gelezen, maar daar herinner ik me niks meer van. Ik die tijd las ik ook geen boeken, ik bladerde ze door, liet mijn ogen over flarden, zinnen, alinea's dwalen. Mijn echte kennismaking met Meijsings werk was in 2008, toen ik 'Over de liefde' las. //Lees verder // In afwachting op een reactie van de uitgeverij heb ik geprobeerd zo min mogelijk aan het manuscript te denken. Het ging me vrij makkelijk af. Ik heb Jelle uit mijn hoofd verbannen. Hij bestond niet meer, hij had zelfs nooit bestaan. Mijn verhaal sijpelde uit mijn hoofd als water door een vergiet. Mijn hoofd werd leeg. Nieuwe ideeën borrelden op, maar voordat ik daaraan kon beginnen kwam een reactie van de uitgeverij. Ik mag doorgaan op de ingeslagen weg. Ik voelde opluchting. Maar nu is het zaak om het materiaal terug te halen. Alles een paar keer doorlezen totdat het verhaal weer door mijn aderen gaat stromen. Wat heb ik opgestuurd? Voor de nieuwsgierigen onder ons twee korte fragmenten. // Lees verder //
Minder dan ik hoopte, maar ik heb een stuk tekst opgestuurd naar de uitgeverij. Uit 124 pagina's tekst, heb ik er 18 gedestilleerd. Nu kan ik het even loslaten. Een paar avonden zonder schuldgevoel voor de buis hangen, het huis weer eens goed opruimen en een onbekend gerecht uit een kookboek bereiden. // Lees verder // In een interview dat Hemingway in 1958 aan George Plimpton gaf, vertelt de schrijver hoe hij zo kort mogelijk na zonsopkomst begint te schrijven, staand in zijn geel betegelde slaapkamer, waar hij op een goede dag zo zeven nummer 2-potloden verslijt, om tegen het middaguur op te houden en een halve mijl te gaan zwemmen. //Lees verder // |
Liesbeth Mende"Mende doet mij denken aan de jonge Campert"
|