Door: Jibbe Willems Toen ik nog in Groningen studeerde, in een vorig leven, de Romeinen zaten nog in Nijmegen en 'email' sprak je nog gewoon op z'n Frans uit, vertelde een hoogleraar tijdens een college Klassieke Oudheid (ik studeerde Nederlands en Geschiedenis) eens over inspiratie. //Lees verder// | "Wie wacht |
“Inspiratie,” zo zei hij, “betekent niets. Of ja, het betekent inademing, specifieker nog goddelijke inademing. Wie wacht op inspiratie, wacht tot de goden hem een idee inblazen. Wie wacht op inspiratie, is lui, naïef en tot mislukken gedoemd. De enige manier om tot werk te komen is: aan het werk gaan.”
En natuurlijk, zolang je schrijft als vrije vrolijke hobby, zonder dat huur of voedsel ervan afhangen, kan je wachten tot de wind je de woorden inwaait om op te schrijven.
En natuurlijk, zolang je schrijft als vrije vrolijke hobby, zonder dat huur of voedsel ervan afhangen, kan je wachten tot de wind je de woorden inwaait om op te schrijven.
René Lobo, dictatoriale docent op de Toneelacademie Maastricht, die naar men zegt een gouden hartje had, riep wel eens speekselschuimend: “Voor je hier aangenomen was kon je nog rond dartelen als een koe in de wei. Toen was spelen nog leuk, omdat er niks op het spel stond. Maar nu, nu is het voor het echie!” Hij keek je dan aan, met ogen die je aanspoorden de deur uit te rennen en nooit meer terug te komen, priemde met zijn vinger naar het denkbeeldige publiek en schreeuwde: “Daar! Daar zit de vijand!” |
En al overstemde het geluid van onze knikkende knieën vaak het gegil van deze Grote Vriendelijke Reus, deze les heb ik altijd in mijn oren geknoopt. Niet zoals hij het bedoelde, het publiek als de vijand, gewapend met klappen of applaus, de toeschouwer als Romeinse keizer die je met een klein gebaar kan sparen of af kan maken.
Nee, wat ik heb onthouden is de vijand waar hij naar wees: de ijle lucht. De vijand die je je inbeeldt, of het nu het publiek is, de tijd of jezelf: de grootste vijand bestaat in je hoofd. En geen goddelijke adem die hem eruit kan blazen. Dus het enige dat je tegenhoudt om te schrijven, dat ben jezelf. Niemand anders. Als je geen zin hebt, heb je geen zin en niet ‘geen inspiratie’. Want zoals de schrijver in bed zei: “Als je geen inspiratie hebt, dan máák je maar inspiratie.” |
En als je het eens een keertje écht niet weet, dan kan je je teksten altijd nog larderen met citaten. Zoals deze, van Charles Bukowski:
” 'You know, I’ve either had a family, a job, something has always been in the way but now I’ve sold my house, I’ve found this lace, a large studio, you should see the space and he light. For the first time in my life I’m going to have a place and the time to create.'
No baby, if you’re going to create you’re going to create whether you work sixteen hours a day in a coal mine or you’re going to create in a small room with three children while you’re on welfare, you’re going to create with part of your mind and your body blown away, you’re going to create blind, crippled, demented, you’re going to create with a cat crawling up your back while the whole city trembles in earthquake, bombardment, flood and fire.
Baby, air and light and time and space have nothing to do with it and don't create anything except maybe a longer life to find new excuses for.” //
Jibbe Willems is toneelschrijver en schrijft onder andere voor hetNationale Toneel, Oostpool, De Toneelschuur, Het Syndicaat, Het Huis van Bourgondië, Urban Myth, Generale Oost en de Bonte Hond. Zijn werk is vertaald en opgevoerd in Rusland, Brazilië, Zuid-Afrika, Duitsland, Spanje en België en iedere maand is hij te zien in de satirische theatershow De Orde van de Dag. | |