STRUCTUUR VS. VRIJHEID IN HET SCHRIJVEN
Door: Don Duyns Er zijn twee soorten schrijvers. Zij die hun eerste zin perfect op papier willen hebben voor ze door kunnen en zij die doorgaan met schrijven zonder om te zien. Ik behoor(de) tot de laatste categorie. Perfectie is voor mij veel minder belangrijk dan het volgen van de eerste impuls, de drift, de ‘schrijfkoorts’, de flow die je zo uit kan putten dat je na een sessie een middagslaapje moet doen. Het is de manier van schrijven waarin het ene woord het andere triggert, waarin de ene zin de volgende als het ware veroorzaakt. // Lees verder // | |
Een zin als ‘lang ben ik vroeg gaan slapen’ bijvoorbeeld (vrij naar Proust, uit mijn stuk Ouderdomsvlekken) kan mij bijna manisch in een monoloog slingeren *) , zonder dat ik me ook maar één nanoseconde druk maak over personage-ontwikkeling, psychologie of andere achtergronden. Nee, het is ritme, energie, power (en zoute drop, veel zoute drop, dat ook, en koffie niet te vergeten en een zak chips). De Duitsers noemen het ook wel ‘aus einem Guss’; in één keer op papier. Of misschien noemen de Duitsers dat wel niet zo en denk ik dat alleen maar, who cares?
*) De fantastische Amerikaanse toneelschrijver Sam Shepard, onlangs nog als acteur te zien in Mud, schreef in zijn begintijd vaak ‘manic monologues’, ritmisch voortdenderende solotalks, zonder twijfel mede geïnspireerd door zijn andere liefhebberij: drummen.
In elk geval: ik behoor tot de school van het ‘ongeplande schrijven’, oftewel het schrijven zonder censuur, in de goede oude surrealistische dagen ook wel ecriture automatique genoemd. Het is verwant aan kotsen, neuken & schijten, in de zin dat je niks probeert tegen te houden maar de binnenkant gewoon naar buiten laat komen, stromen, spuiten. Het is een weinig elegante vergelijking, dat besef ik, maar het is de manier van schrijven die me mijn eerste toneelstukken opleverde: de auteur als een soort ‘medium’, die zinnen en personages in zijn kop krijgt, of in elk geval uit zijn kop op papier slingert. |
Groot was dan ook mijn gevoel van herkenning toen ik bij de HKU les ging geven op de schrijfopleiding, ook wel Writing for Performance geheten. Daar bestond – en bestaat – het vak ‘Schrijven zonder planning’, waar je dit procede oefent. Niet alle studenten zijn er fan van en het is makkelijk belachelijk te maken (‘blokje oranje zweeft, o donderklomp, pistachenoot in het goudgele veld, mens is machine, drie maal in de rondte van je hupsakee’) maar het is denk ik een noodzakelijke fase voor elke (aspirant)schrijver: het verwijderen van het derde oog, de blik op jezelf, de kritische instantie die misprijzend denkt: dit is shit, dit mag er niet staan, dit hoort niet, dit toont teveel van mijn geheime gedachten.
Als je niet leert om korte metten te maken met zelfcensuur in de beginfase van een schrijfproces is het erg lastig om tot langere teksten te komen. Er is bovendien een ander aspect aan deze ‘doorschrijfmethode’: je kunt simpelweg niet beoordelen of iets werkt of niet als je het niet even laat liggen, minstens een uur, maar liever een dag. Door je innerlijke smaakrechter even uit te zetten tijdens het schrijven heb je meer kans jezelf later te verrassen. En natuurlijk gebeurt het vaak genoeg dat de tekst in kwestie alsnog matig blijkt of zwaar kut, maar mijn ervaring is dat er bijna altijd wel iets moois te vinden is in of uit deze spontane schrijferupties. |
Grappig genoeg ontdekte ik tegelijk met het geven van de lessen ‘Schrijven zonder planning’ het belang van structuur, van een weloverwogen opbouw, van schema’s en modellen – ondanks mijn afkeer van dergelijke vooropgezette schema’s. Bij het schrijven van mijn eerste grote zaalstuk, ‘Lang en gelukkig’ voor het Rotheater, kreeg ik van regisseur Pieter Kramer vooral feedback op de opbouw van het stuk. Ja natuurlijk was het fijn dat mijn taal fris en fruitig was en sprankelde van de diverse geestigheden, maar met welke scène’s gingen we dit verhaal precies vertellen?
Waarom wil Irma Zonderboezem (die toen nog Hoogeboezem heette) eigenlijk zo graag met de baron trouwen, in gemeenschap van goederen nog wel? Wat wil de wolf van Roodkapje en hoe wint hij haar vertrouwen ondanks zijn scherpe tanden? Welke scène moet er vlak voor de pauze komen zodat het publiek nieuwsgierig terug komt na een bezoekje aan de bar en de wc? Lijntjes, motieven, structuur, keuzes maken. |
Het was een pittige leerschool, maar wel een noodzakelijke. Ik begon te beseffen dat mijn oriëntatie op het associatieve en spontane ook wat eenzijdig was voor een volwassen man die van het schrijven zijn beroep had gemaakt. Als ik meer van dit soort langere stukken wilde schrijven – en dat wilde ik – moest ik me echt meer in spanningsbogen en verhaalmodellen gaan verdiepen.
Daar komt bij dat het postmodernisme met zijn idee van fragmentatie en gelijktijdigheid op z’n retour was geraakt en er weer meer waardering kwam voor zaken als opbouw, ambachtelijkheid en, belangrijker, het verhaal. Zoals te zien valt in stukken van o.a. Wadji Moeawad (bijvoorbeeld ‘Branden’) kan een spannende structuur een stuk optillen van goed of aardig naar briljant. Uiteindelijk sleep je mensen mee met twee dingen: a. wat je vertelt en b. hoe je dat vertelt. Vroeger hield ik me alleen met a. bezig, nu probeer ik a. en b. te verenigen, niet dat dat altijd lukt overigens.
Daar komt bij dat het postmodernisme met zijn idee van fragmentatie en gelijktijdigheid op z’n retour was geraakt en er weer meer waardering kwam voor zaken als opbouw, ambachtelijkheid en, belangrijker, het verhaal. Zoals te zien valt in stukken van o.a. Wadji Moeawad (bijvoorbeeld ‘Branden’) kan een spannende structuur een stuk optillen van goed of aardig naar briljant. Uiteindelijk sleep je mensen mee met twee dingen: a. wat je vertelt en b. hoe je dat vertelt. Vroeger hield ik me alleen met a. bezig, nu probeer ik a. en b. te verenigen, niet dat dat altijd lukt overigens.
Naast theaterstukken schrijf ik ook scenario’s. In de filmwereld is begrip van structuur en het goed toepassen daarvan nog belangrijker. Films schrijven gaat in fases; wie niet kan denken in treatment-synopsis-step outline die heeft op z’n minst een handicap. Een goed scenario ontstaat ook daadwerkelijk stap voor stap, alleen Quentin Tarentino heeft geloof ik wel ‘s in één keer een perfect scenario geschreven. Al kan ook dat een mythe zijn. Deze aandacht voor structuur maakt van scenario schrijven overigens geen dorre bezigheid. Integendeel, je moet blijven schakelen tussen de intuïtieve zaken (brainstormen, dialogen, personages) en het opzetten van een ijzeren framework. De echte structuurfreaks zouden zelfs kunnen zeggen dat het hebben van een stevig skelet pas echt vrijheid geeft. Dat laatste gaat me iets te ver, want als je iets niet mag verliezen is het de ziel, het grondgevoel van je scenario, toneelstuk, roman. Als je dat verliest is alles verloren. |
Inmiddels geef ik een nieuw vak op de HKU: 'Well made play (en scenario)', een vak over de basisstructuur van een toneelstuk, gebaseerd op o.a. de handboeken van Downs & Russin (Naked playwriting) *). Ook dit vak is niet voor elke student even prettig, want het gaat in tegen het romantische idee van het ongerepte scheppen. Maar omdat ik, zoals gezegd, juist uit die traditie van de associatie stam, begrijp ik deze aarzeling maar al te goed. En probeer ik de argwaan weg te nemen en de lol te tonen van het werken met systeemkaartjes, van het denken in bedrijven of aktes, van het geven van een doel aan je held, van het denken in mythische verhaalbogen, kortom: van het puzzelen, het zoeken, het piekeren.
Het combineren van drift en rede heeft van mij een betere en veelzijdiger schrijver gemaakt.
En ik hoop – en weet – van de studenten uiteindelijk ook.
Don Duyns //
Het combineren van drift en rede heeft van mij een betere en veelzijdiger schrijver gemaakt.
En ik hoop – en weet – van de studenten uiteindelijk ook.
Don Duyns //
*) Downs en Russin hameren enorm op structuur en citeren instemmend toneelschrijver David Hare: "My first rule is that scenes must be rivers, not lakes. They must go somewhere."
Don Duyns is toneelschrijver, scenarist, romanschrijver en docent aan de opleiding Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht. Hij schreef toneel voor onder andere het Rotheater en Mug met de Gouden Tand en romans als Een gelukkige jeugd en Buigen en won de jeugdtheaterprijs De Zilveren Krekel. Dit jaar komt zijn korte film Spotters uit. | |