Door: Jibbe Willems Schrijven is doen, maar vaak is het ook laten. Daarmee bedoel ik niet de wijsheid van ‘schrijven is schrappen’, maar van ‘tracht met een grote bocht rond deze valkuilen te huppelen’. Bij het schrijven van toneel is er een aantal regels die misschien niet goud, maar wel verguld zijn. // Lees verder // | de vermoeide minnaars zijn machines |
Te vermijden bijvoorbeeld zijn lange beschrijvingen. Observerende, niet persoonlijke teksten over anderen, over gebouwen, over landschappen. Ik beperk me hier even tot het landschap, maar het geldt voor elke beschrijving. Waar in proza de poëtische schoonheid van (bijvoorbeeld) de omgeving nog wel eens een lange adem mag hebben, haakt het publiek van een theatervoorstelling over het algemeen af als er te lang conflictloos en personageloos naar een niet-aanwezig landschap geluisterd moet worden. En te lang is in dit geval al gauw alles dat meer dan een minuut duurt.
Uitzonderingen daargelaten (ik ken ze niet, maar dit is zeker geen uitdaging) zou ik zeggen: vermijd lange landschapsbeschrijvingen in een toneeltekst. Sterker nog: bedenk hoe je een landschap menselijk kan maken, of conflictueus. Zeg iets over de droogte waar je gek van wordt, waarin zelfs cactussen verleppen en die je doet verlangen naar de regenbuien thuis. Dat zegt iets over het landschap maar meer nog over je personage. Of vertel dat de sneeuw alles bedekt, het pad dat je moet volgen, de top waar je naartoe wil, het geheim waarvan je bang bent dat het tijdens de dooi tevoorschijn komt. |
Dan geef je ook nog narratieve informatie. Je kan zelfs stellen dat je alleen de dingen opschrijft die je verhaal verder helpen of die iets onthullen over je personage. Landschappen an sich hebben die kwaliteit over het algemeen niet.
Verder zou je kunnen stellen dat je in theater de derde persoon enkelvoud moet vermijden, want dan schiet je van personage naar de afstandelijker vorm van de alwetende verteller, die maar weinig emotionele impact veroorzaakt. “Ik heb pijn” is toch noodzakelijker dan “hij heeft pijn”. En ook de verleden tijd is een pad dat zo min mogelijk betreden moet worden. De grote kracht van toneel is het hier en nu waarin de personages zich, tegelijkertijd met het publiek, bevinden. Dan en daar is saai, is al gebeurd en de uitkomst is al duidelijk. Natuurlijk kan je spelen met die gegevens, met verleden en met auctoriaal perspectief, maar dat is dan uitdrukkelijk dat: ermee spelen. Het bestaat in contrast met het hier en nu. Het is interessant binnen het kader van de eerste persoon enkelvoud en de tegenwoordige tijd.
Verder zou je kunnen stellen dat je in theater de derde persoon enkelvoud moet vermijden, want dan schiet je van personage naar de afstandelijker vorm van de alwetende verteller, die maar weinig emotionele impact veroorzaakt. “Ik heb pijn” is toch noodzakelijker dan “hij heeft pijn”. En ook de verleden tijd is een pad dat zo min mogelijk betreden moet worden. De grote kracht van toneel is het hier en nu waarin de personages zich, tegelijkertijd met het publiek, bevinden. Dan en daar is saai, is al gebeurd en de uitkomst is al duidelijk. Natuurlijk kan je spelen met die gegevens, met verleden en met auctoriaal perspectief, maar dat is dan uitdrukkelijk dat: ermee spelen. Het bestaat in contrast met het hier en nu. Het is interessant binnen het kader van de eerste persoon enkelvoud en de tegenwoordige tijd.
Ook hier zijn, natuurlijk, uitzonderingen op te bedenken. The Truth About Kate is een in derde persoon enkelvoud, verleden tijd geschreven en gespeelde monoloog en dat werkt, tot mijn verbazing, wonderwel. Maar al kent iedere regel zijn gebreken, dat betekent niet dat de regel waardeloos is.
Naast beschrijvingen, derde persoon enkelvoud en de verleden tijd is ‘de uitleg’ en zo veel mogelijk te vermijden valkuil. Daarmee bedoel ik niet de informatie-overdracht, waarmee je het publiek mee krijgt in je verhaal en zorgt dat je tekst helder blijft. Ik bedoel de teksten die letterlijk uitspreken wat er aan de hand is. Alle teksten die gezegd worden om het publiek iets uit te leggen, iets dat de personages logischerwijs al weten of zouden kunnen weten, is irritant. |
Het is de Amerikaanse soap die na de reclame terugkomt met: “Dus je zei net dat oma je dochter is?”. Of “Wacht, maar als jij het pistool in je hand hebt, dan moet je de moordenaar wel zijn!” Je onderschat je publiek en maakt je personages dommer dan nodig. Uitleg is er in verschillende soorten en maten en niet altijd even verschrikkelijk, maar over het algemeen komt het voort uit het gebrek aan vertrouwen van een schrijver in zijn (of haar) publiek, regisseur of acteurs. Wat eigenlijk neerkomt uit het gebrek aan vertrouwen in zichzelf. Maar goed, dat overkomt de beste. Luisteren naar een redacteur of regisseur is in zulke gevallen vaak een goede remedie.
Ook te vermijden: het woord ‘toen’. Het is vaak een zinloos tussenvoegsel en een lelijk bindmiddel. Het is de uitleg van een tijdsprong, een verbinding die het publiek vaak zelf wel kan maken. Hoe vaker je ‘toen’ gebruikt, hoe meer de schrijver een kind wordt dat tegen volwassenen probeer te praten. ‘En toen, en toen, en toen.’ Overigens moet je jezelf ook altijd afvragen of je nog in de tegenwoordige tijd aan het schrijven bent, als je merkt dat je teveel ‘toen’ gebruikt. // |
|
The Truth about Kate is genomineerd voor de BNG nieuwe theatermakersprijs en geselecteerd voor zowel TF 2014 als Circuit X. Het stuk is vanavond nog te zien in Den Haag.
Jibbe Willems is toneelschrijver en schrijft onder andere voor hetNationale Toneel, Oostpool, De Toneelschuur, Het Syndicaat, Het Huis van Bourgondië, Urban Myth, Generale Oost en de Bonte Hond. Zijn werk is vertaald en opgevoerd in Rusland, Brazilië, Zuid-Afrika, Duitsland, Spanje en België en iedere maand is hij te zien in de satirische theatershow De Orde van de Dag. | |