Door: Anouk Smit Soms is het heerlijk als het verhaal dat je aan het schrijven bent met je op de loop gaat. Je verrast jezelf, het personage verdiept zich, de dingen gebeuren vanzelf en het enige dat jij hoeft te doen, is verslag leggen. Vaak echter is het helemaal niet zo constructief als je verhaal met je op de loop gaat. Je drijft weg van de kern en personages ontwikkelen zich tot gedrochten waar je niks meer mee kunt. Er ontvouwen zich voor je ogen ingewikkelde intriges, die helaas totaal onbelangrijk zijn voor de plot, je verzandt in prachtige details die er helemaal niet toe doen en de metaforen die zich opdringen vallen compleet buiten je paradigma. Daar zit je weer, te steunen achter je computer. Het hele project drijft je tot wanhoop. // Lees verder // |
Eén van de technieken om te voorkomen dat je verhaal met je op de loop gaat, is de hangmattechniek. Daarbij hoort een anekdote over de door ons allen zo gemiste schrijver en docent Marian Boyer. In de periode dat ik op de schrijfopleiding les van haar kreeg, wist ik het even niet meer. Twee jaar lang had ik geschreven en geschreven, grote hoeveelheden woorden die alle kanten opgingen en soms ergens uitkwamen, maar vaak ook niet. Het begon erop te lijken dat ik de woorden volgde, in plaats van andersom.
Tijdens de eerste les van Boyer, toen ze een rondje deed met de vraag 'Wat wil je in deze lessenreeks gaan schrijven?', verzuchtte ik gekscherend dat ik eigenlijk het liefste even helemaal niets wilde schrijven. "Dat is goed," zei Marian tot mijn verbazing, "en wat wil je dan wel?" Ik vond het gênant om te zeggen, maar het liefste zou ik in mijn hangmat liggen (in die tijd hing er een hangmat aan de balken van mijn zolderetage) en denken, gewoon denken. Marianne bezat de kwaliteit om mensen door hun gêne heen te bereiken en aan het eind van de les was het duidelijk: ik ging niet schrijven, maar in mijn hangmat liggen en denken.
Ik had meteen al spijt. Liggen en denken? Over een te schrijven scenario, dat hadden we afgesproken. Maar ik werd al zenuwachtig bij het idee: wat als ik een geniale gedachte kreeg? Moest ik die dan niet onmiddellijk opschrijven? Wat als er een interessant stukje dialoog of een goed beeld in me opkwam? Zou ik die aan het eind van mijn hangmatsessie niet weer vergeten zijn?
Soms gebruiken we onze woorden als drijfhout om ons aan vast te kunnen klampen in de kolkende rivier van thema's, beelden en ideeën. Maar pas als je een hangmat over die rivier spant en van daaruit naar beneden kijkt, ontstaat er, vaak geheel tegen je verwachting in, helderheid en overzicht. En dan blijkt dat de echt goede ideeën vanzelf weer komen bovendrijven in je volgende hangmat-sessie en de minder goede mee gespoeld worden met de rest van die woelige willekeur.
Daan Heerma van Voss had het in zijn lezing voor Das Magazin afgelopen zomer over het belang van een helder idee van het verhaal dat je wilt vertellen, over plot en research. Als je heel goed weet waarover je het hebt, betoogde hij, zul je zien dat je later, als je je vingers op de toetsen zet en daadwerkelijk de fysieke arbeid gaat verrichten, veel functioneler schrijft en zullen de details die je spontaan opschrijft in dienst van het verhaal komen te staan en er niet maar een beetje bij hangen.
Het kan motiverend werken om vast te houden aan het werkethos dat je pas een schrijver bent als je schrijft, maar soms is niet-schrijven ook schrijven. Om te voorkomen dat een verhaal met je op de loopt gaat, kun je de hangmattechniek toepassen, die bij gebrek aan een hangmat ook werkt op een zitzak, een stuk gras of een dakterras. Zo lang je er maar voor zorgt dat televisie, email, telefoon en allerlei gedachten over zowel de triviale als de belangrijke dingen in het dagelijks leven je niet storen, daar in die hangmat. En als je er dan uit komt, schrijft het verhaal zichzelf, maar wel in de richting die jij wilt. //