Voor een voordracht in Rotterdam ben ik bezig aan een aantal nieuwe teksten. Ik wil graag korte verhalen schrijven waarbij de luisteraar er meteen in zit, niet afdwaalt en benieuwd is naar hoe het verder gaat. Eén van die verhalen gaat over een vakantie van vroeger. Toen ik acht jaar was gingen we voor een maand naar Canada. We logeerden bij een zus van mijn moeder. 'We' dat zijn mijn moeder, mijn twee zussen en mijn broer. We hebben veel dingen gedaan en bekeken. Het hoogtepunt was de bruiloft van mijn neef. //Lees verder//
De vraag is: Wat vertel ik wel en wat vertel ik niet? Ik denk dat er van mijn zussen en broer maar één zus overblijft. In een kort verhaal zijn er anders teveel personages. Dat is niet alleen verwarrend, het duurt ook veel te lang om uit te leggen wie wie is. De luisteraars zijn dan allang afgedwaald. De bruiloft is het belangrijkste in het verhaal. Ga ik de bruiloft zelf beschrijven? Of het moment ervoor en erna? |
|
Gisteren bekeek ik de documentaire De Van Waveren Tapes van Wim van der Aar. Jaren geleden vond Van der Aar een tas vol geluidsbanden op het Waterloopplein van de onbekende man Guido van Waveren. Op de tapes stonden telefoongesprekken die Guido in de jaren zestig en zeventig zelf had opgenomen. In de documentaire zijn die gesprekken horen. Je krijgt een beeld van het eenzame leven van Guido van Waveren.
Je wordt meteen de gesprekken in gezogen. Het is alsof je stiekem meeluistert. De telefoongesprekken met zijn vriendin Nel en zijn moeder blijven het meeste bij. Maar wat het ook spannend maakt, zijn de dingen die niet verteld worden. Hoe was zijn relatie precies met Nel? Uit de gesprekken weet je dat Guido niet werkt, wat deed hij de hele dag? Het is de combinatie van wat je te horen krijgt en wat je daarnaast zelf invult.
| Wat je niet vertelt is misschien even belangrijk als wat je wel vertelt. Hoe componeer je je teksten op de juiste manier? Het is leuk om daarmee te experimenteren. Om allerlei scènes uit te schrijven en dan steeds verschillende scènes weg te laten. Om steeds met een ander stuk te beginnen. Of om steeds een andere volgorde uit te proberen. Eenzelfde verhaal kan op zoveel manieren verteld worden. In hetzelfde verhaal zitten eigenlijk allerlei verschillende verhalen. |
Ik ga nog even verder met mijn Canada verhaal. Dit keer begin ik met het einde. Kijken hoe dat uitpakt.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt in de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. |
andere schrijvers over hun schrijfproces
|