Het is een bekend verschijnsel bij schrijven: uitstelgedrag. Ook al heb ik verschrikkelijk veel zin om te schrijven, toch moet ik eerst lekker zitten, warme sokken aan mijn voeten hebben en een kop warme thee binnen handbereik. En ik moet altijd weten wat voor weer het wordt, ook op dagen dat ik de deur niet uit hoef.
Het uitstelgedrag is een goede reden om aan een schrijfcafé of -workshop mee te doen. Meestal schrijf je ter plekke en dan moet je wel, want je wil wel iets voor te lezen hebben bij de voorleesronde.
//Lees verder//
Het uitstelgedrag is een goede reden om aan een schrijfcafé of -workshop mee te doen. Meestal schrijf je ter plekke en dan moet je wel, want je wil wel iets voor te lezen hebben bij de voorleesronde.
//Lees verder//
De afgelopen maand begeleidde ik een groepje ouderen met lichamelijke klachten in een verzorgingshuis. Ze zaten allemaal in een rolstoel en moesten naar de ruimte worden gebracht. Ik bedacht dat het leuk zou zijn om ze te laten schrijven op muziek. De avond van te voren zocht ik muziek uit. Ik twijfelde tussen Toots Tielemans met zijn mondharmonica en Afrikaanse muziek. Ik koos voor het laatste. |
|
Tijdens de workshop scheen buiten de zon en het gedicht dat ik voorlas ging ook over de zon. De Afrikaanse muziek paste daar perfect bij. Ik zette de muziek aan. De begeleidster zei dat ik hem goed hard moest zetten, dus ik draaide de volumeknop flink open. Iedereen zat klaar met pen en papier.
| De muziek schalde uit de boxen. De deelnemers staarden voor zich uit met hun pen in hun handen. Even op gang komen, dacht ik nog. Maar na twee trage minuten was nog steeds niemand begonnen. Ze waagden zelfs geen poging. Dus zo ziet een writer’s block eruit, dacht ik. En daarna dacht ik: help, hoe krijg ik deze mensen aan het schrijven! Ik ging bij de mensen langs. |
"Heeft u misschien een beginzin nodig?" vroeg ik aan mevrouw L. Ze schudde haar hoofd.
"Ik heb hier een hekel aan. Ik haat Afrikaanse muziek."
Had ik nu toch maar Toots Tielemans opgezet.
"Schrijft u dat maar op", zei ik. "Het is een begin."
"Ik heb hier een hekel aan. Ik haat Afrikaanse muziek."
Had ik nu toch maar Toots Tielemans opgezet.
"Schrijft u dat maar op", zei ik. "Het is een begin."
Ik liep naar de andere kant van de tafel. Mevrouw V. verstond me niet. Na drie keer vragen, gaf ik het op. Ik ging naar haar buurman. Die vond de muziek veel te hard staan. Hij kon niet meer nadenken. De muziek ging zachter. Ik ging weer zitten en voelde opluchting toen ik zag dat elke deelnemer iets op papier krabbelde.
Na afloop waren er mooie teksten geschreven, over een reis op de fiets naar Parijs, de Beegees en een ode aan een overleden vrouw. Het tegenstribbelen was eigenlijk gewoon uitstelgedrag.
Dus stel je zit in een rolstoel in een warme kamer met thee en koffie. Je kunt geen kant op, want als niemand je duwt komt de rolstoel niet in beweging. De zon schijnt de kamer in. Je hebt een pen in je hand en papier voor je neus. Er is een opdracht gegeven. Er is rust. Er is niets dat je tegen houdt om te gaan schrijven. Zelfs dan zijn er allerlei dingen te verzinnen waarom je nu nog even niet kunt schrijven. Straks wel, als de omstandigheden nog beter zijn. Uitstelgedrag is een hardnekkige kwaal.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt in de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) was genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. |
ANDERE SCHRIJVERS OVER HUN SCHRIJFPROCES
|