Boven twee borden pasta in een restaurant in de Nes in Amsterdam vond het volgende gesprek plaats:
'Over het boek.'
'Ja...'
'Het is niet goed hè?'
'Nee.'
Die eerste zin, die kwam uit mijn mond. De ja en de nee uit de mond van mijn redacteur. We zouden mijn manuscript bespreken maar na ruim een half uur hadden we het er nog steeds niet over gehad en dat leek me geen goed teken. // Lees verder //
'Over het boek.'
'Ja...'
'Het is niet goed hè?'
'Nee.'
Die eerste zin, die kwam uit mijn mond. De ja en de nee uit de mond van mijn redacteur. We zouden mijn manuscript bespreken maar na ruim een half uur hadden we het er nog steeds niet over gehad en dat leek me geen goed teken. // Lees verder //
Zelf wilde ik het onderwerp aan de ene kant omzeilen omdat ik zelf al weken geen goed gevoel had over wat ik aan het schrijven was, maar aan de andere kant was ik benieuwd wat hij ervan vond, of hij het met mij eens was. Ik hoopte dat hij het met mij eens was, dat hij ook moeite zou hebben met de tekst want dat we het samen niet goed zouden vinden leek me beter dan dat hij mijn tekst waar ik de vinger niet op kon leggen, waar ik grote twijfels over had, fantastisch zou vinden. Dat laatste was niet het geval.
'Ik denk dat jij een auteur bent met één stem,' zei mijn redacteur. 'En daar is niks mis mee, maar je kunt beter trouw blijven aan die stem.' Heb ik maar één stem? Is dat genoeg? Wat betekent het eigenlijk, één stem hebben? Herhaal ik mezelf? |
|
Toen dacht ik aan Paul Auster en David Vann, die op meesterlijke wijze eigenlijk altijd hetzelfde verhaal vertellen. Natuurlijk is één stem genoeg, zolang ik die maar blijf onderzoeken, ernaar blijf luisteren en ik die stem zo nu en dan bevraag of ermee in discussie ga.
Naast het akkefietje met de stemmen, ben ik de afgelopen maanden in een 'engagement-val' gelopen. Ik wilde een stap maken, een sprong vooruit en dacht dat ik die stap zou zetten door het verhaal dat ik wil vertellen voort te laten stuwen door maatschappelijke thema's en conflicten. Terwijl ik een maand of twee geleden nog een tekst op deze website schreef over engagement, dat een schrijver zijn eigen thema's moet ontdekken en die serieus moet nemen. Dat engagement niet noodzakelijkerwijs verbonden is met berichten uit het nieuws, 'dingen die de wereld bezig houden'. Wie is de wereld, en wie beslist wat die wereld bezig houdt?
| Maar toch ben ik er zelf met open ogen ingestonken: ik had ideeën, bijvoorbeeld over hoe een deel van het boek zich af zou spelen in Canary Wharf, het financiële district in Londen. Ik had zelf zo mijn gedachten op papier gezet over dat kleine stukje wereld en de mensen die zich in dat kleine stukje wereld bevonden, voor wie dat kleine stukje de hele wereld was. Maar het bleven mijn gedachten, mijn mening, het werd niet van de personages. Waarom had ik ook alweer bedacht hier over te schrijven? Omdat ik iets wilde bereiken, iets wilde laten zien, iets wilde ontdekken...? |
Ja, wat wilde ik eigenlijk? Ik had een plan bedacht. Het was één van de zeldzame keren dat ik vooraf aan het schrijven bedacht wat het was dat ik wilde gaan schrijven. Dat was noodzakelijk, want voor een beurs van het Letterenfonds moet je uit de doeken doen hoe en wat met de roman die voor de toekomst gepland staat. Destijds was ik erg blij, verrukt bijna dat ik een plan had, ik wist hoe en wat, en waarom, en nu hoefde ik het alleen nog maar te schrijven. En daar had ik nog een een beurs voor ontvangen ook, er waren mensen met verstand van zaken die mijn plan hadden gelezen en het uitvoerbaar en de moeite van het schrijven waard vonden. Jippie! Aan de slag! Aan de slag...
Ja. En nu? Opnieuw aan de slag. Afbreken, filteren, weggooien, overhouden, beschouwen en weer opbouwen. //
Ja. En nu? Opnieuw aan de slag. Afbreken, filteren, weggooien, overhouden, beschouwen en weer opbouwen. //
Renée van Marissing is schrijver van romans, theater en muziektheater. Na haar romans Het waaien van mijn oma en Strak blauw, uitgegeven door Atlas Contact, werkt zij nu aan haar derde roman. |
andere schrijvers over hun schrijfproces
|