Deze week heb ik mijn vroegere overbuurvrouw helpen opruimen. Ze heeft een kleine kamer die eruit zag alsof er een bom was ontploft. Eén grote berg met spullen. Alles lag door elkaar. Ze kon niet eens meer de kamer inlopen en hield de deur van de kamer angstvallig dicht. Ze vroeg of ik haar kon helpen de kamer te ordenen. Het lukte haar niet. Thuis lukt het me ook niet. Overvolle kasten, hoeken vol stapels papier die ik negeer en een ongebruikte badkamer tjokvol spullen. // Lees verder
Bij de buurvrouw ging ik aan de slag. Ik haalde alles uit de houten kast, om het daarna helemaal opnieuw in te richten en ik merkte hoe makkelijk dat bij een ander is. Pennen en potloden bij elkaar. Stapels ongebruikt papier, stapels bladmuziek. Kinderboeken op een stapel, speelgoed in een la. Aan het eind van de dag was er weer een kamer waar je in kon lopen. Zoveel troep was het eigenlijk niet. Het moest alleen maar gesorteerd worden.
Dat zou ook in mijn hoofd moeten gebeuren. Het zou handig zijn als er een klein wezen in mijn hoofd kon rondlopen dat alles voor mij op zou ruimen. Die herinnering bij die herinnering, dat idee bij dat idee, een grote stapel gedachtes in de prullenbak. Deze week heb ik veel geschreven, maar wel van alles door elkaar heen. Alsof ik door mijn hoofd tussen het puin scharrelde, overal wat vandaan plukte en opschreef. |
|
Ik schreef een stukje voor een monoloog, een paar zinnen aan een oud verhaal over mijn moeder, een herinnering aan een jongen van de lagere school, een idee voor een prentenboek en zo verder.
Ik zit dus nog niet erg in mijn verhaal. Het schiet alle kanten op. Toch als ik terug kijk op de week, is er wel iets uitgekomen. De bulk onsamenhangende tekst telt nu vijfendertig pagina's en ik heb een persoon in gedachten waarop ik de moeder wil baseren en een persoon waarop ik de vader wil baseren. Die mensen ken ik vaag. Handig om met die mensen in gedachten de ouders te laten ontstaan. Ik kan ze voor me zien, hun eigenschappen uitvergroten en aanvullen met een paar trekken van de buurvrouw, het kassameisje of een oud klasgenoot.
Voor de komende week hoop ik op meer focus. Ik moet dus eerst opruimen, in mijn huis, in mijn hoofd en in mijn tekst. Opruimen en focussen.
Liesbeth //
Ik zit dus nog niet erg in mijn verhaal. Het schiet alle kanten op. Toch als ik terug kijk op de week, is er wel iets uitgekomen. De bulk onsamenhangende tekst telt nu vijfendertig pagina's en ik heb een persoon in gedachten waarop ik de moeder wil baseren en een persoon waarop ik de vader wil baseren. Die mensen ken ik vaag. Handig om met die mensen in gedachten de ouders te laten ontstaan. Ik kan ze voor me zien, hun eigenschappen uitvergroten en aanvullen met een paar trekken van de buurvrouw, het kassameisje of een oud klasgenoot.
Voor de komende week hoop ik op meer focus. Ik moet dus eerst opruimen, in mijn huis, in mijn hoofd en in mijn tekst. Opruimen en focussen.
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel, proza en werkt bij de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001..
In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. In het najaar komt haar jeugdroman Blauw uit bij uitgeverij Gottmer.
In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. In het najaar komt haar jeugdroman Blauw uit bij uitgeverij Gottmer.