Deze week liet ik mijn boek even voor wat het was. Ik wilde graag in een paar dagen een kort verhaal schrijven. Iets dat snel af is. Maandagochtend begin je met een verhaal, vrijdagmiddag is het af. Maar wanneer is iets af? Als je geen officiële deadline hebt, kun je eeuwig doorgaan. Nogmaals herlezen, weer een paar zinnen veranderen, het einde helemaal omgooien. Er is altijd iets waar nog aan gesleuteld kan worden. De deadline heb ik met mezelf afgesproken en die schuift langzaam maar zeker weer een stukje verder de toekomst in. //Lees verder//
Ik begon voortvarend aan mijn verhaal, maar het is nog niet af. Er komt altijd een moment waarop ik het opnieuw lees en denk: mwa. Komend weekend wil ik mij dwingen het af te schrijven, anders komt het tussen alle andere onaffe verhalen terecht. |
|
Misschien nog erger dan dwalen over internet, is dwalen door je eigen teksten. Teksten waar je niet verder mee bent gegaan, omdat je ergens vast liep, er geen zin meer in had of omdat er iets anders af moest en je het daarna een beetje vergat. Meestal is er iets mee, anders was het niet blijven liggen. Maar telkens als er genoeg tijd tussen heeft gezeten vergeet ik dat weer. Dan denk ik: o ja, dát verhaal, dat kan ik wel even afmaken! Ik begin fanatiek en zet mijn tanden in de tekst, om uiteindelijk het document weer te sluiten tot nader orde.
Met sommige teksten wil het gewoon niet lukken. Misschien moet ik dat gewoon accepteren en het in de prullenbak gooien. Maar ik bewaar het en eens in de zoveel tijd trap ik in dezelfde val. In mijn hoofd zie ik mezelf in een paar weken een hele reeks onaffe verhalen tot een goed einde schrijven en de wereld in sturen. Daar droom ik bij weg. In mijn gedachten schrijf ik alsof ik koekjes bak, het ene na het andere koekje komt goudbruin de oven uit. Mooie verhalen, niets meer aan doen!
De werkelijkheid is dat schrijven traag gaat, tenminste bij mij. Ik heb snel iets op papier, maar het schaven, schrappen, herschrijven, twijfelen en nog eens twijfelen zorgt dat de uren en dagen verstrijken. Ik moet geduld hebben.
Dit weekend heb ik geen geduld. Ik maak ik iets af! Al is het een zwartgeblakerd koekje.
Liesbeth //
Met sommige teksten wil het gewoon niet lukken. Misschien moet ik dat gewoon accepteren en het in de prullenbak gooien. Maar ik bewaar het en eens in de zoveel tijd trap ik in dezelfde val. In mijn hoofd zie ik mezelf in een paar weken een hele reeks onaffe verhalen tot een goed einde schrijven en de wereld in sturen. Daar droom ik bij weg. In mijn gedachten schrijf ik alsof ik koekjes bak, het ene na het andere koekje komt goudbruin de oven uit. Mooie verhalen, niets meer aan doen!
De werkelijkheid is dat schrijven traag gaat, tenminste bij mij. Ik heb snel iets op papier, maar het schaven, schrappen, herschrijven, twijfelen en nog eens twijfelen zorgt dat de uren en dagen verstrijken. Ik moet geduld hebben.
Dit weekend heb ik geen geduld. Ik maak ik iets af! Al is het een zwartgeblakerd koekje.
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel, proza en werkt bij de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001..
In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. In het najaar komt haar jeugdroman Blauw uit bij uitgeverij Gottmer.
In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. In het najaar komt haar jeugdroman Blauw uit bij uitgeverij Gottmer.