
Misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor mij om te kunnen schrijven is goed uitgerust zijn. Heel erg goed uitgerust. Een van mijn ergste vijanden is slaap. Ik val makkelijk in slaap. Mijn ogen vallen gewoon dicht. Wat ik vooral niet moet doen is iets warms eten of drinken in de middag. Geen soep, geen restjes eten van gisteren opwarmen en vooral geen kruidenthee. Eigenlijk ook geen groene of zwarte thee of koffie. Ik blijf nog het meest wakker op water en drop. En dan nog komt dat stemmetje in mijn hoofd: "Misschien moet je heel even gaan liggen. Je bent echt moe en als je moe bent kun je niet werken. Heel even tukken, doe maar." Als ik thuis ben, geef ik er altijd aan toe. Ik zet de wekker op mijn telefoon, ga op de bank liggen en sluit mijn ogen. // Lees verder //
Soms ga ik ergens anders werken, in de hoop dat ik niet in slaap val. Ik zit graag in de Hema en in de bibliotheek. Maar laatst zat ik in de bieb en schrok ik ineens wakker van mijn hoofd dat al knikkebollend naar achteren schoot. | "Ik blijf nog het meest wakker op water en drop." |
Het zit waarschijnlijk in mijn genen. Mijn pa en ma deden vroeger geregeld tukkies. Als mijn Indische ooms en tantes op verjaardagen kwamen, vielen de ooms na de maaltijd allemaal steevast in slaap. Mijn ronkende ooms zaten op een rijtje op de bank, de één snurkte nog harder dan de ander. De tantes en mijn moeder stonden luid kwebbelend in de keuken de afwas te doen.
Slapen is de ultieme vlucht. Je bent bevrijd van je al gedachten, je bent even niet aanwezig. Als ik zenuwachtig ben, word ik ook heel slaperig. Dan wil ik mij als een kat oprollen en in een hoek van de kamer gaan liggen.
Soms praat ik het overdag tukken goed. Dan denk ik: 'Als ik nu even ga slapen, kan ik vanavond langer door werken.' En 's avonds denk ik: 'Als ik lekker vroeg naar bed ga, sta ik morgen extra vroeg op om te gaan schrijven.'
Slapen is de ultieme vlucht. Je bent bevrijd van je al gedachten, je bent even niet aanwezig. Als ik zenuwachtig ben, word ik ook heel slaperig. Dan wil ik mij als een kat oprollen en in een hoek van de kamer gaan liggen.
Soms praat ik het overdag tukken goed. Dan denk ik: 'Als ik nu even ga slapen, kan ik vanavond langer door werken.' En 's avonds denk ik: 'Als ik lekker vroeg naar bed ga, sta ik morgen extra vroeg op om te gaan schrijven.'
| Ik ben nu even kwijt wanneer ik het beste kan schrijven. Door de zomervakantie is mijn ritme weg. Ik heb te weinig gedaan. De kinderen bleven tot laat op, 's ochtends kwam ik langzaam op gang en de vrijheid gaf mij de mogelijkheid dingen te doen die al tijden blijven liggen. Zoals oude kleding uitzoeken en na vier jaar weer eens mijn nicht in Nijmegen bezoeken. |
Komende maandag beginnen de kinderen weer op school en begin ik met mijn nieuwe bijbaan, oppassen op een baby. Dan moet ik opnieuw uitvinden wat het beste werkt. Ik neem mij voor om in het slaapuurtje van de baby snel mijn pen en papier te pakken. Nu maar hopen dat ik de verleiding kan weerstaan om eventjes uitgestrekt op de bank te gaan liggen.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel, proza en werkt bij de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001.. In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. In het najaar komt haar jeugdroman Blauw uit bij uitgeverij Gottmer. |