Als ik een workshop of cursus geef, schrijf ik zelf nooit mee met de opdrachten. Ik ben teveel bezig met de les, soms wat gespannen en ik wil bij het voorlezen geen tijd innemen met mijn eigen teksten. Het gaat om de teksten van de cursisten. Bovendien wil ik de groep een beetje in de gaten houden. Er zijn deelnemers die bij een opdracht na één minuut al roepen dat ze klaar zijn. // Lees verder //
Vorige week mocht ik naar de Schiedamse bibliotheek komen om gedichten met kinderen te schrijven. Buiten liep de temperatuur op richting de dertig graden. Er kwam één meisje opdagen. Ze vertelde dat ze thuis ook gedichten schrijft. Omdat ik haar niet in haar eentje wilde laten zweten, besloot ik mee te schrijven met de opdrachten.
De eerste opdracht was om een bestaand gedicht af te schrijven. Het was een gedicht van Annie M.G. Schmidt dat ik voor de helft had overgeschreven. Het ging over drie huilende uilen. We lazen het halve gedicht, daarna ging het meisje geconcentreerd aan het werk. |
|
Nu moest ik zelf aan de slag. Met een half oog hield ik mijn cursiste in de gaten. Ze tuurde naar het vel papier. Ik keek naar mijn eigen vel. Het voelde een beetje als vroeger toen ik zelf leerling op de schrijfschool in Utrecht was. Krijg ik het op tijd af? Komt er iets goeds uit? Wat schrijven de anderen? Help, ik weet niks. Ga door, schiet op! Ik lees steeds terug wat ik net geschreven heb en ga ik helemaal op in de woorden. Klinkt het goed? Kan het korter?
| Het meisje roept dat ze klaar is. Ik voel mijn hart sneller kloppen. Vlug herschrijf ik nog een paar woorden, dan is het af. Onder druk van de beperkte tijd en het feit dat er iets voorgelezen moet worden, komt er uiteindelijk altijd iets uit je vingers. |
We lazen onze gedichten aan elkaar voor en praatten over hoe het schrijven ging. Daarna maakten we ieder nog twee teksten. We schreven onze gedichten netjes over op een gekleurd vel, bonden er een touwtje aan en hingen het in de boom die midden in de bibliotheek stond.
Op het laatste moment haalde ik mijn gedichten weer uit de boom en stopte ze in mijn tas. Aan deze boom mochten haar gedichten stralen. Ze zijn het waard. Met een voldaan gevoel verliet ik de Schiedamse bieb. Ik had gedichten geschreven en geknutseld. Misschien schrijf ik de volgende keer weer mee.
Liesbeth //
Op het laatste moment haalde ik mijn gedichten weer uit de boom en stopte ze in mijn tas. Aan deze boom mochten haar gedichten stralen. Ze zijn het waard. Met een voldaan gevoel verliet ik de Schiedamse bieb. Ik had gedichten geschreven en geknutseld. Misschien schrijf ik de volgende keer weer mee.
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt in de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. |
andere schrijvers over hun schrijfproces
| |