Eerst even een korte mededeling aan de lezer: het idee was dat ik elke week een blog zou schrijven over het schrijven van mijn derde roman en aanverwante zaken. Ik heb besloten niet elke week maar om de week een blog te plaatsen, dat komt zowel de blog als mijzelf ten goede. Het is een tijdtechnische kwestie.
Tot zover de huishoudelijke mededelingen. // Lees verder //
Tot zover de huishoudelijke mededelingen. // Lees verder //
Twee weken geleden schreef ik: "Dat geld, daar hebben we het later nog wel eens over." Dit naar aanleiding van A Room of One's Own van Virginia Woolf, waarin ze stelt dat een vrouw geld moet hebben en een kamer voor zichzelf om romans te kunnen schrijven.
Geld. Mijn houding tegenover geld is altijd wat ambivalent. Ik heb er nooit veel van gehad, en het grote voordeel daarvan is dat ik weet hoe ik van weinig geld kan rondkomen. Aan de andere kant zou ik er best graag meer van willen hebben dan ik nu heb, niet omdat ik vaker op vakantie wil, maar om de financiële onzekerheid wat minder groot te maken.
Een boek schrijven kost geld. Een boek schrijven duurt namelijk een aanzienlijk aantal maanden/jaren en het loont zich pas wanneer het af is, in de boekwinkel ligt en verkoopt. Dat laatste is meestal maar de vraag, of het boek werkelijk gaat verkopen, dusdanig dat je er je huur van kunt betalen, dus ben je als schrijver van andere inkomstenmiddelen afhankelijk. Het winnen van een literaire prijs kan lucratief zijn, maar is voor mij helaas geen regelmatige gebeurtenis. Ik geef les en doe zo nu en dan schrijfopdrachten voor theater, radio en opera. Hoe graag ik dat ook doe, er komt een moment tijdens het schrijven van een roman dat er voor mij een tijdlang niks anders kan bestaan dan die roman. Een paar aaneengesloten maanden wil ik mijn aandacht niet hoeven te verdelen, maar volledig op het boek richten.
Geld. Mijn houding tegenover geld is altijd wat ambivalent. Ik heb er nooit veel van gehad, en het grote voordeel daarvan is dat ik weet hoe ik van weinig geld kan rondkomen. Aan de andere kant zou ik er best graag meer van willen hebben dan ik nu heb, niet omdat ik vaker op vakantie wil, maar om de financiële onzekerheid wat minder groot te maken.
Een boek schrijven kost geld. Een boek schrijven duurt namelijk een aanzienlijk aantal maanden/jaren en het loont zich pas wanneer het af is, in de boekwinkel ligt en verkoopt. Dat laatste is meestal maar de vraag, of het boek werkelijk gaat verkopen, dusdanig dat je er je huur van kunt betalen, dus ben je als schrijver van andere inkomstenmiddelen afhankelijk. Het winnen van een literaire prijs kan lucratief zijn, maar is voor mij helaas geen regelmatige gebeurtenis. Ik geef les en doe zo nu en dan schrijfopdrachten voor theater, radio en opera. Hoe graag ik dat ook doe, er komt een moment tijdens het schrijven van een roman dat er voor mij een tijdlang niks anders kan bestaan dan die roman. Een paar aaneengesloten maanden wil ik mijn aandacht niet hoeven te verdelen, maar volledig op het boek richten.
Een andere inkomstenbron is het aanvragen van een schrijversbeurs bij het Letterenfonds. De deadline voor de aanvraag is over een week. Ik ben er al geruime tijd mee bezig maar zoals altijd wegen de laatste loodjes het zwaarst. Schrappen, schaven, herformuleren. Hoe geef je een zo goed mogelijk beeld van een boek dat nog niet geschreven is? Natuurlijk, er zijn al passages tekst, ideeën, ik weet wat ik wil vertellen, en hoe, en hoelang ik daarover denk te gaan doen, maar dit alles helder en beknopt op papier zetten, dat is iets anders. Richt ik me op de vragen die ik (nog) heb ten aanzien van de te schrijven roman, of richt ik me op de antwoorden? |
|
De afgelopen weken heb ik mezelf regelmatig, soms hardop, de vraag gesteld wat ik nu eigenlijk wil. Hoe gaat dit toekomstige werk passen binnen mijn oeuvre en wat zijn mijn conclusies als ik op mijn eigen schrijverschap reflecteer? Vragen die ik zo overtuigend en enthousiast mogelijk dien te beantwoorden op amper een A4-tje. Ik haat het. Ik hou ervan.
Ik haat het omdat het voelt als een schriftelijk eindexamen, het overtuigend overleggen van kennis aan onbekende lezers, onder de door hen gestelde voorwaarden.
Ik hou ervan omdat het me dwingt scherp te formuleren en te verwoorden wat me fascineert aan de thematiek waar ik over schrijf. Het is een plan waar ik naar terug kan grijpen als ik even niet meer weet wat ik aan het doen ben, en waarom ik het aan het doen ben.
Hopsa dus maar weer, verder schrijven, schaven, schrappen. Recht zo die gaat. //
Ik haat het omdat het voelt als een schriftelijk eindexamen, het overtuigend overleggen van kennis aan onbekende lezers, onder de door hen gestelde voorwaarden.
Ik hou ervan omdat het me dwingt scherp te formuleren en te verwoorden wat me fascineert aan de thematiek waar ik over schrijf. Het is een plan waar ik naar terug kan grijpen als ik even niet meer weet wat ik aan het doen ben, en waarom ik het aan het doen ben.
Hopsa dus maar weer, verder schrijven, schaven, schrappen. Recht zo die gaat. //
Renée van Marissing is schrijver van romans, theater en muziektheater. Na haar romans Het waaien van mijn oma en Strak blauw, uitgegeven door Atlas Contact, werkt zij nu aan haar derde roman.