Ik zit met mijn hoofd ergens anders. Of misschien moet ik zeggen in mijn hoofd. In een andere stad, in een ander land waar een deel van mijn roman zich afspeelt. Het is een stad waar ik twee of drie keer in mijn leven ben geweest, de laatste keer was meer dan tien jaar geleden.
Het valt me de afgelopen dagen op hoe makkelijk het is om een beeld van een (vreemde) stad te krijgen, door middel van vage herinneringen, scènes uit films, boekfragmenten. En niet te vergeten mijn laatste ontdekking, al jaren oud volgens mij maar ik ben niet zo rap met die zaken, virtuele wandelingen met de streetview optie van google maps. Wat een rare ervaring is dat. // Lees verder //
Het valt me de afgelopen dagen op hoe makkelijk het is om een beeld van een (vreemde) stad te krijgen, door middel van vage herinneringen, scènes uit films, boekfragmenten. En niet te vergeten mijn laatste ontdekking, al jaren oud volgens mij maar ik ben niet zo rap met die zaken, virtuele wandelingen met de streetview optie van google maps. Wat een rare ervaring is dat. // Lees verder //
Klikkend met mijn muis zweef ik door straten, parken, bekijk ik gebouwen en huizen, kan ik zelfs vliegen naar de bovenste verdieping van een flat. Naar binnen kijken lukt dan weer niet, in de ruiten van de winkels en cafés op de begane grond zie ik alleen de weerspiegeling van de gebouwen aan de overkant.
Natuurlijk moet ik het vliegtuig nemen en “in real life”, zoals dat heet, door de stad lopen, research doen, me laten verrassen, dingen uitpluizen en vooral de stad van binnen bekijken. Ik zie op internet de gevel van een restaurant waar mijn personage best wel eens zou kunnen gaan eten maar hoe ziet het interieur eruit? Hoe loopt ze naar de wc, aan welk tafeltje zal ze gaan zitten en wat is dan haar uitzicht? Wat zal ze horen als ze op een bankje in dat ene park gaat zitten, vogeltjes of vrachtwagens? |
|
Kortom, noodzakelijk om lijfelijk aanwezig te zijn, maar dat wil ik pas doen als ik weet wat de personages zo ongeveer mee gaan maken, dat is zo'n beetje weet waar ik het zoeken moet. Als ik nu zou gaan kan ik er donder op zeggen dat ik over een paar weken een lijst heb met plekken waar ik niet ben geweest maar de personages wel, en die achterstand werkt niet, tenzij ik een aantal werkbezoeken maak maar dat is qua tijd en financiën niet de handigste oplossing. Tot die tijd zal ik gretig gebruik maken van het internet.
Ik ben benieuwd hoe ik ter zijner tijd door die stad zal lopen. Misschien zal ik er enigszins de weg kennen, in bepaalde buurten, zal ik me herinneren dat tijdens mijn streetview wandeling op die hoek een man met kinderwagen stond en tegen dat theater een banner voor een musical hing. Denk ik: "Hé, hier rechts is een restaurantje waar ze geraniums buiten hebben hangen." En wie weet stap ik daar dan binnen, ga ik aan een tafeltje zitten, praat ik met de mensen die er werken, proef ik het eten en ruik ik verschaald bier.
Ik ben benieuwd hoe ik ter zijner tijd door die stad zal lopen. Misschien zal ik er enigszins de weg kennen, in bepaalde buurten, zal ik me herinneren dat tijdens mijn streetview wandeling op die hoek een man met kinderwagen stond en tegen dat theater een banner voor een musical hing. Denk ik: "Hé, hier rechts is een restaurantje waar ze geraniums buiten hebben hangen." En wie weet stap ik daar dan binnen, ga ik aan een tafeltje zitten, praat ik met de mensen die er werken, proef ik het eten en ruik ik verschaald bier.
Renée van Marissing is schrijver van romans, theater en muziektheater. Na haar romans Het waaien van mijn oma en Strak blauw, uitgegeven door Atlas Contact, werkt zij nu aan haar derde roman.