Eens in de zoveel tijd komen we met een aantal mensen bij elkaar. De één schrijft proza of poëzie, een ander schildert of maakt beeldende kunst. We wisselen ervaringen uit en bespreken wat we voor elkaar kunnen betekenen. We nemen altijd eigen werk mee dat we aan elkaar laten zien of horen.
De laatste keer zat er een nieuw iemand op de bank. Hij stelde zich voor als Marcel. Marcel droeg een net pak, dure leren schoenen en zijn haar was donkerbruin geverfd. Ik denk dat hij een jaar of zestig was. // Lees verder //
De laatste keer zat er een nieuw iemand op de bank. Hij stelde zich voor als Marcel. Marcel droeg een net pak, dure leren schoenen en zijn haar was donkerbruin geverfd. Ik denk dat hij een jaar of zestig was. // Lees verder //
Om te beginnen droeg Sonja een gedicht voor van Hans Lodeizen.
'Mag ik hier even op inhaken?' vroeg Marcel. Hij wapperde met twee bundels in zijn hand. 'Als jullie het goed vinden draag ik ook even wat voor. Ik heb twee bundels geschreven, derde is in de maak. Ik doe het erbij, gewoon omdat ik het leuk vind.' Voordat hij met voordragen begon vertelde hij dat hij in India had gewoond. Hij is daar jaren als echte boeddhist door het leven gegaan. Zijn gedichten gingen letterlijk en figuurlijk over je weg proberen te vinden in India.
Elk van ons droeg een gedicht voor of liet een schilderij zien, daarna schonken we thee in en kletsten we over schrijven en over de schilderijen die Sonja had gemaakt en in haar woonkamer had uitgestald. Op de reeks die op de piano stond waren voeten afgebeeld.
'Mag ik hier even op inhaken?' vroeg Marcel. Hij wapperde met twee bundels in zijn hand. 'Als jullie het goed vinden draag ik ook even wat voor. Ik heb twee bundels geschreven, derde is in de maak. Ik doe het erbij, gewoon omdat ik het leuk vind.' Voordat hij met voordragen begon vertelde hij dat hij in India had gewoond. Hij is daar jaren als echte boeddhist door het leven gegaan. Zijn gedichten gingen letterlijk en figuurlijk over je weg proberen te vinden in India.
Elk van ons droeg een gedicht voor of liet een schilderij zien, daarna schonken we thee in en kletsten we over schrijven en over de schilderijen die Sonja had gemaakt en in haar woonkamer had uitgestald. Op de reeks die op de piano stond waren voeten afgebeeld.
'Mag ik even iets over die voeten zeggen?' riep Marcel hard. We stopten onze gesprekken en luisterden naar Marcel. In India had hij voeten bestudeerd. 'Je voeten weerspiegelen je innerlijk,' zei hij. 'Je kunt er van alles van af lezen. Je zwakke punten, bijzondere talenten, ziektes en blokkades.' |
|
'Wie wil er toast met kaas?' vroeg Sonja.
Ze liep naar de tafel en begon de kazen uit te pakken. Marcel kletste verder tegen Wilco, die naast hem zat. Ook wij gingen door met onze gesprekken, totdat Marcel riep dat hij er zo vandoor moest, maar nog graag iets wilde voordragen. Hij pakte een map uit zijn tas met ongepubliceerde gedichten. Hij ging staan, schraapte zijn keel en begon te lezen. Zijn eerste gedicht ging over zijn liefde voor Indiaas eten, het tweede over een Indiase zonsondergang, het derde over een zwijgende boeddhist. De woorden rolden uit zijn mond. Het ene gedicht ging over in het andere. Steeds sneller liet hij de gedichten in elkaar overstromen. Er was geen tijd voor anekdotes tussendoor, zijn gedichten moesten gelezen worden.
'Nog eentje dan? Zal ik er nog één doen?' vroeg hij. Hij wachtte het antwoord niet af. Hij ging verder. Ik hoorde niet eens meer wat hij zei. De zinnen, woorden, klanken suisden door mijn hoofd. Ik had het gevoel dat de woorden mij gevangen namen. Ik kon geen kant op. Ik kon niet opstaan, niks zeggen, niet onderbreken, geen slok van mijn thee nemen. De woorden marcheerden vooruit, ze bonkten in mijn hoofd.
'Nog ééntje dan,' riep Marcel lachend. Hij las door. 'Deze moet ik ook nog even laten horen.' Weer kwamen drie gedichten uit zijn mond gerold. 'Deze is nog niet helemaal af, maar vind ik toch leuk om te lezen.' Marcel ging steeds harder en sneller lezen. Hij graaide in zijn tas, want hij had vanmorgen ook nog iets neergepend en nu we hier toch zaten was het wellicht leuk om iets 'vers van de pers' te laten horen. Niets kwam meer bij me binnen, alles was één grote woordenbrij.
Ineens stopte Marcel de map in zijn tas. 'Ik moet ervandoor,' zei hij, 'anders mis ik mijn tram. Wanneer spreken we weer af?' Sonja mompelde een datum. 'Dan ben ik weer van de partij!' Hij zwaaide nog eenmaal en trok de deur achter zich dicht.
Ze liep naar de tafel en begon de kazen uit te pakken. Marcel kletste verder tegen Wilco, die naast hem zat. Ook wij gingen door met onze gesprekken, totdat Marcel riep dat hij er zo vandoor moest, maar nog graag iets wilde voordragen. Hij pakte een map uit zijn tas met ongepubliceerde gedichten. Hij ging staan, schraapte zijn keel en begon te lezen. Zijn eerste gedicht ging over zijn liefde voor Indiaas eten, het tweede over een Indiase zonsondergang, het derde over een zwijgende boeddhist. De woorden rolden uit zijn mond. Het ene gedicht ging over in het andere. Steeds sneller liet hij de gedichten in elkaar overstromen. Er was geen tijd voor anekdotes tussendoor, zijn gedichten moesten gelezen worden.
'Nog eentje dan? Zal ik er nog één doen?' vroeg hij. Hij wachtte het antwoord niet af. Hij ging verder. Ik hoorde niet eens meer wat hij zei. De zinnen, woorden, klanken suisden door mijn hoofd. Ik had het gevoel dat de woorden mij gevangen namen. Ik kon geen kant op. Ik kon niet opstaan, niks zeggen, niet onderbreken, geen slok van mijn thee nemen. De woorden marcheerden vooruit, ze bonkten in mijn hoofd.
'Nog ééntje dan,' riep Marcel lachend. Hij las door. 'Deze moet ik ook nog even laten horen.' Weer kwamen drie gedichten uit zijn mond gerold. 'Deze is nog niet helemaal af, maar vind ik toch leuk om te lezen.' Marcel ging steeds harder en sneller lezen. Hij graaide in zijn tas, want hij had vanmorgen ook nog iets neergepend en nu we hier toch zaten was het wellicht leuk om iets 'vers van de pers' te laten horen. Niets kwam meer bij me binnen, alles was één grote woordenbrij.
Ineens stopte Marcel de map in zijn tas. 'Ik moet ervandoor,' zei hij, 'anders mis ik mijn tram. Wanneer spreken we weer af?' Sonja mompelde een datum. 'Dan ben ik weer van de partij!' Hij zwaaide nog eenmaal en trok de deur achter zich dicht.
| Marcel staat precies voor hetgeen waar ik bang voor ben. Dat mensen mijn schrijfsels saai en langdradig vinden. Dat ze afhaken, omdat het niet binnenkomt. Ik hou erg van schrappen. Doorstrepen en weghalen. Vaak blijft er bitter weinig over. |
Ik ben benieuwd of Marcel nog eens komt. Ik zou het een uitdaging vinden om hem te gaan verdoven met mijn teksten. Ellenlange teksten waarin ik nog geen enkel woord geschrapt heb.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel, proza en werkt bij de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001. In 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Verder verschenen er een aantal educatieve boeken en het prentenboek Eddie het biebmonster. Recentelijk is haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) uitgekomen. |