Veel mensen houden ervan om over zichzelf te praten. Op het schoolplein of op een verjaardag hoef je weinig moeite te doen om in een monoloog over andermans succes of ellende terecht te komen. Is dat de reden dat zoveel mensen willen schrijven? Om lekker zelf aan het woord te zijn?
// Lees verder //
// Lees verder //
In een nabijgelegen gemeente wordt elke maand een avond vol gesproken woorden georganiseerd. Een open podium waar plaats is voor elke taalkunstenaar, van dichter tot songwriter. De organisator vroeg of ik zin had om mee te doen. Er was altijd plaats op het open podium. Ik zei er niet direct ‘ja’ op.
Gisteren sprak ik iemand die op zo’n avond was geweest. Het was leuk, zei ze, maar het duurde wel een beetje lang. Bijna drie uur had ze in de zaal gezeten en het viel haar op dat de meeste mensen in het publiek zelf iets op het podium deden. |
|
Ik zag het meteen voor me: een ellenlange avond vol dichters die pas stoppen met voordragen als iemand van de organisatie hen afkapt. De mensen in de zaal luisteren braaf omdat ze weten dat ze straks zelf aan de beurt zijn. Dan mogen zij hun gedichten naar buiten gooien en daar zullen ze zolang mogelijk de tijd voor nemen.
| Na afloop gaan de dichters verder. Ze proberen hun in eigen beheer uitgebrachte gedichten te verkopen, vertellen dat ze zelf ook bezig zijn een dichterspodium te organiseren (met extra minuten voor hun eigen werk) en leggen geduldig uit waar hun volgende bundel over gaat. Ik ken een dichter die altijd feilloos het gesprek richting zijn eigen werk laat gaan. Het ene moment praat je over kippenvlees en het andere moment ratelt hij weer over zijn werk. We hadden het toch over kippen? Hoe hij het doet? Ik kan mijn vinger er niet op leggen. Het is een talent op zich. |
Zelf ben ik geen haar beter. Af en toe draag ik teksten voor. Dan zit ik uit respect die hele rit dichters uit. Had ik daar gezeten als ik niet zelf een paar regels uit mijn eigen repertoire mocht opzeggen? Waarschijnlijk niet. Op zo’n moment komt de gedachte in me op: Waar doen we dit allemaal voor? Voor onszelf. Voor elkaar. Dichters voor dichters. We gunnen elkaar een moment in de spotlights. Aardige mensen, die dichters.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt in de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. |
andere schrijvers over hun schrijfproces
|