
Voor Stadslog Rotterdam schrijf ik korte verhalen over mijn werk in de thuiszorg. Het zijn kleine, uit het leven gegrepen stukjes. Ontmoetingen met verschillende Rotterdamse ouderen. Met sommige heb ik een klik, anderen kijken me het huis uit. Onderwerpen zijn beschimmelde appeltaart, frustraties over oude lijven en irritaties met de onderbuurvrouw. // Lees verder //
Het moeilijkste van het schrijven van deze verhalen vind ik het slot en dan met name de allerlaatste zin. Dat vind ik bij alle korte teksten lastig. Bij het schrijven van deze blog, roep ik steevast als ik bijna klaar ben: 'Aargh, alleen nog de laatste zin!' Soms kan ik daar een halve dag op blijven steken.
Zomaar abrupt stoppen wil ik niet. Ik wil het geheel graag op een passende manier afronden. Soms kan dat met een vraag of een grapje. Het is leuk als de laatste zin een tekst een kleine wending geeft, maar die wending moet niet te groot zijn. Dan komt het eind als een olifant uit de lucht vallen. |
|
Op dit moment ligt de bundel Ter Plekke van Armando op mijn nachtkastje. In dit boek staan al zijn ultrakorte verhalen bij elkaar. Ik begin steeds meer van het genre te houden. Het is alsof iemand even een luik openhoudt. Je kijkt een minuut in iemands leven, je hoort andermans gedachtegang of vangt een stuk dialoog op.
Bij het lezen van Armando's korte verhalen ben ik op zijn eindzinnen gaan letten. Hoe pakt hij dat aan? Sommige van zijn verhalen zijn maar zes zinnen lang. Armando durft abrupt te eindigen. Omdat veel van zijn teksten vrij absurd zijn, pik je dat. Dat past niet bij een realistisch stuk over de thuiszorg. Vaak geeft Armando met de laatste zin de tekst een draai. De laatste zin is een onverwachte mening, bekentenis of gedachte van de verteller. Een van zijn mooiste eindzinnen vind ik: 'Inmiddels ben ik overleden, ik weet niet of je daarvan op de hoogte bent.'
Bij het lezen van Armando's korte verhalen ben ik op zijn eindzinnen gaan letten. Hoe pakt hij dat aan? Sommige van zijn verhalen zijn maar zes zinnen lang. Armando durft abrupt te eindigen. Omdat veel van zijn teksten vrij absurd zijn, pik je dat. Dat past niet bij een realistisch stuk over de thuiszorg. Vaak geeft Armando met de laatste zin de tekst een draai. De laatste zin is een onverwachte mening, bekentenis of gedachte van de verteller. Een van zijn mooiste eindzinnen vind ik: 'Inmiddels ben ik overleden, ik weet niet of je daarvan op de hoogte bent.'
| Het einde van deze blog nadert. Ik vraag me af of je aan het eind van zo'n soort blog met een conclusie moet komen. Een schitterend inzicht over de allerlaatste zin van een korte tekst. Dat inzicht heb ik niet. Het moet goed voelen. Het moet bij de tekst horen. |
Nu komt de allerlaatste zin van dit stuk in zicht. Zal ik het dit keer eens wagen om zomaar abrupt te stoppen? Dat kan niet meer, omdat ik al gezegd heb dat de laatste zin in zicht is. Jammer.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt in de thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. |
| |