De laatste weken zit ik in een cocon. Mijn boek moet over een maand af. Alles wijkt voor het schrijven. De vieze was stapelt zich op, ons huis groeit steeds meer dicht, er wordt bijna niet meer gekookt en ik maak geen sociale afspraken. Er moet geschreven worden. Zelfs het werken aan dit blog voelt als een soort spijbelen. Alle tijd moet naar het manuscript.
// Lees verder //
// Lees verder //
Door het vele schrijven, het aan tafel zitten en in mijn hoofd bezig zijn, voelen mijn benen en armen zo slap als touwtjes. Als ik bij de computer of schrift wegga ben ik licht in mijn hoofd en zie ik bijna sterretjes. Wanneer ik op straat loop, voel ik mij alsof ik niet helemaal aanwezig ben.
Alles in het verhaal moet nu op de juiste plek komen te staan. Ik sleep zinnen van het begin van het verhaal naar het einde, blokjes tekst verhuizen van het midden naar het begin. Stukjes verdwijnen in het document genaamd 'restjes' en stukjes uit andere documenten verhuizen naar het verhaal. Zo schuif en puzzel ik door. Ik scrol heen en weer door het verhaal totdat ik er duizelig van word.
Ik vervloek mezelf. Waarom werk ik zo chaotisch? Waarom schrijf ik het verhaal niet gewoon van A tot Z? Waarom maak ik niet eerst een schema en hou ik mij daar strikt aan? Zoals zo vaak neem ik mij vandaag heilig voor om het volgende project anders aan te pakken. |
|
Nu probeer ik helderheid in de chaos te brengen. Ik deel de tekst op in verschillende delen. Ik maak een kort overzicht op papier dat ik naast de computer leg. Onder elkaar schrijf ik een lijstje met alle lijntjes die ik moet uitwerken en die zorgvuldig moeten worden opgebouwd. Bijvoorbeeld:
-Jelle en moeder
-Jelle en angstbeelden.
-Jelle en moeder
-Jelle en angstbeelden.
| Scènes die nodig zijn moet worden geschreven, andere stukken aangevuld en weer andere stukken weggegooid. Het is fijn om je even helemaal op één ding te focussen. Maar soms baart het me zorgen hoeveel ik nog moet doen. Het eind is nog lang niet in zicht. |
Toch lijk ik ergens in de verte, heel erg in de verte een stukje land te zien waar ik mij aan vast kan klampen en mij uit het water omhoog kan trekken. Doorgaan dus en af en toe een beetje adem halen zodat het bloed weer terug in mijn armen en benen kan stromen.
Liesbeth //
Liesbeth //
Liesbeth Mende schrijft toneel en proza en werkt bij in thuiszorg. Ze won de Elle literatuurprijs in 2001 en in 2004 verscheen haar debuutroman Afhaalmeisje bij de Arbeiderspers. Haar jeugdroman Blauw (uitgeverij Gottmer) is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2015. Op dit moment schrijft ze aan een nieuw jeugdboek. |
Andere schrijvers over hun schrijfproces
| |