geen schrijver zonder schaamte
Door: Hester Zijlstra
In de vorige delen van De schaamte van de schrijver werd besproken dat wanneer schrijvers zich vooral aanpassen aan wat anderen van ze (lijken te) willen, ze materiaal laten liggen, zichzelf censureren en hun persoonlijke noodzaak kunnen verliezen. Schrijvers die juist aan hun persoonlijke noodzaak durven vasthouden, kunnen kwetsbaardere teksten schrijven die vaak zeer herkenbaar zijn voor anderen, zoals de teksten van Karl Ove Knausgård en Lena Dunham.
Dat betekent niet dat schrijvers zich helemaal niets van de kritiek van anderen moeten aantrekken. Soms moet je afstand nemen van je materiaal, om het kritisch te bekijken en actief te kunnen vormgeven. Daarbij moet je leren herkennen welke kritiek bruikbaar is (kritiek die voortkomt uit kennis en ervaring) en welke kritiek onbruikbaar is ((zelf)kritiek die voortkomt uit angst voor wat de lezer van jou vindt als persoon). Als je reële en irreële kritiek uit elkaar weet te houden, kan je zowel dicht bij jezelf blijven, als interessante teksten maken voor anderen.
In dit laatste deel van de De schaamte van de schrijver bespreken we hoe Esther Gerritsen en Karl Ove Knausgård omgaan met de drukkende verwachting van toekomstige lezers. We sluiten af met een stappenplan voor schrijvers om beter met schaamte te leren omgaan.
Dat betekent niet dat schrijvers zich helemaal niets van de kritiek van anderen moeten aantrekken. Soms moet je afstand nemen van je materiaal, om het kritisch te bekijken en actief te kunnen vormgeven. Daarbij moet je leren herkennen welke kritiek bruikbaar is (kritiek die voortkomt uit kennis en ervaring) en welke kritiek onbruikbaar is ((zelf)kritiek die voortkomt uit angst voor wat de lezer van jou vindt als persoon). Als je reële en irreële kritiek uit elkaar weet te houden, kan je zowel dicht bij jezelf blijven, als interessante teksten maken voor anderen.
In dit laatste deel van de De schaamte van de schrijver bespreken we hoe Esther Gerritsen en Karl Ove Knausgård omgaan met de drukkende verwachting van toekomstige lezers. We sluiten af met een stappenplan voor schrijvers om beter met schaamte te leren omgaan.
angst voor de lezer
Het is ontzettend moeilijk om tijdens het schrijven meteen de goede, reële kritiek te herkennen. Vaak is het daarom beter om eerst tot materiaal te komen en daarna pas kritisch te kijken. Karl Ove Knausgård en Esther Gerritsen proberen dan ook om tijdens het schrijven het idee van wat een toekomstige, mogelijk kritische lezer gaat vinden, volledig uit te bannen. Esther Gerritsen zegt dat wanneer ze dat niet doet, ze geen letter op papier krijgt.* Bij toneelschrijven heeft ze hier meer last van dan bij proza. Ze zegt in een interview: |
*) Moll, Maarten. ‘Esther Gerritsen.’ PS van de Week, het zaterdagmagazine van Het Parool, jrg. 16, nr. 5 (2015): p. 13.
“Om te kunnen schrijven moet ik vergeten dat iemand het leest of dat iemand er iets van vindt.”
Dat is paradoxaal, want je schrijft om gelezen te worden…
“Ja. Dat is waar. Maar ik kan het niet als ik daaraan denk. Daarom vond ik toneelschrijven ook heel moeilijk. Een toneelstuk ga je met z’n allen zien. Dus als ik mijn toneelstuk zie, zitten er honderd mensen om mij heen, en dan kan ik zien wat die er van vinden.”
En dat vind je afschuwelijk?
“Ja.”
En als er dan iemand in slaap valt…
“Dat is echt niet te doen. Dan kun je zeggen: ik ga er niet naartoe, maar tijdens het schrijven zaten ze al naast me. Dan ga ik ze pleasen en dan wordt het veel gezelliger en grappiger dan in mijn boeken. Je hebt een soort schaamteloosheid nodig om te kunnen schrijven. En dat kan ik alleen maar als ik het publiek vergeet.”
Moll, Maarten. ‘Esther Gerritsen.’ PS van de Week, het zaterdagmagazine van Het Parool, jrg. 16, nr. 5 (2015): p. 15.
Ook Karl Ove Knausgård heeft veel last gehad van het idee van toekomstige lezers. Pas vanaf het moment dat niemand, ook hij zelf niet, nog iets van hem verwachtte, toen hij als schrijver volledig gefaald en niets meer te verliezen had, pas toen kon hij met schrijven in een flow komen, oftewel: schrijven zonder voortdurend vast te lopen en ontevreden te zijn of schaamte te voelen. Op die manier schreef hij boek 1 en 2 van de serie Mijn Strijd, die in eerste instantie dan ook helemaal niet bedoeld waren voor publicatie.
Na de publicatie en het grote succes van de eerste boeken, werd het schrijven steeds moeilijker. Vanaf dat moment wist Knausgård dat anderen zijn werk zouden lezen en er iets van zouden vinden. Schrijven mocht dan zijn manier zijn geworden om zin te geven aan het nietige leven waarin hij zich door schaamte en alledaagse routines zo gevangen voelde, tegelijkertijd vond hij zichzelf en zijn leven het niet waard om door anderen te worden gelezen.* Hij had veel bevestiging nodig van zijn uitgever. Als die niet zei dat wat hij schreef goed was, kon hij niet door. ** |
*) ‘Karl Ove Knausgård’ De Avonden. VPRO. 28 november 2011.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
Dankzij de bevestiging die hij kreeg kwam Knausgård erachter dat anderen hem wel iets waard vonden. Juist de passages waarin hij risico nam door dicht bij zichzelf te blijven, werden door zijn uitgever en door zijn lezers gewaardeerd.* Desondanks had Knausgård nog steeds last van het idee van de toekomstige lezer. De latere delen zijn dan ook minder rauw dan de eerste twee. Hij zegt dat, nu de serie af is, hij misschien wel weer opnieuw dat hele proces door moet van jaren falen, niet meer in zichzelf geloven, niets te verliezen hebben en dan eindelijk weer vrij kunnen schrijven.**
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
je kunt het nooit helemaal alleen
Aan de ene kant had Knausgård anderen nodig om te kunnen schrijven, aan de andere kant moest hij anderen tijdens het schrijven absoluut uit zijn hoofd weren. Je zou verwachten dat hij door deze paradox helemaal niet kón schrijven. Toch heeft hij zes dikke boeken uitgebracht. Dit was mogelijk omdat de ander waar hij last van had en de ander die hij nodig had niet precies dezelfde waren. De ander waar hij last van had was het idee van de ander in zijn hoofd, zijn voorspelling van wat anderen allemaal zouden kunnen vinden. De ander die hij nodig had (voor bevestiging, aanmoediging en een positief oordeel), was van vlees en bloed, een wezenlijk bestaande ander, een reële ander.
Dit laat zien hoe belangrijk het is om, wanneer je hoofd op hol slaat en vol zit met kritiek, bij een reële ander te checken of die gedachtes eigenlijk wel kloppen. Misschien geeft die ander precies de kritiek die je al verwacht had, of misschien geeft hij hele andere kritiek, of zegt hij dat de tekst heel goed is.
Dit laat zien hoe belangrijk het is om, wanneer je hoofd op hol slaat en vol zit met kritiek, bij een reële ander te checken of die gedachtes eigenlijk wel kloppen. Misschien geeft die ander precies de kritiek die je al verwacht had, of misschien geeft hij hele andere kritiek, of zegt hij dat de tekst heel goed is.
schrijven in het hier en nu
Het is belangrijk voor schrijvers om zich bewust tot anderen te verhouden, omdat in relatie tot de ander schaamte kan ontstaan. Een ander kan je helpen of in de weg zitten, afhankelijk van hoe jij reageert. Als je het idee van de ander tijdens het schrijven wilt buitensluiten, dan moet je jezelf helemaal in het hier en nu zien te brengen. Er is hier en nu, terwijl jij aan het schrijven bent, immers geen ander. Je kunt hiermee oefenen door de in deel 1 behandelde schrijven-zonder-planning-strategieën in te zetten. Deze strategieën spreken je creatieve rechterhersenhelft aan en geven je kritische, logisch ingestelde linkerhersenhelft (de planner in je hoofd, de vooruitdenker) minder kans.* Prikkel op verschillende manieren je zintuigen, bijvoorbeeld met muziek, beeld of beweging, en schrijf vervolgens op wat je intuïtief invalt. Schrijf zo veel mogelijk door en haal je pen niet van het papier. Dan is er helemaal geen tijd om na te denken over wat anderen van jou zullen vinden. |
*) Veelen, Remke van. Space-schrijven. Hoe je kunt schrijven zonder vooraf te plannen. Utrecht: HKU, 2001, p. 27-43.
Eén van de besproken strategieën is schrijven wat je echt hebt meegemaakt. Je schrijft binnen het kader van wat er daadwerkelijk is gebeurd en hoeft dus niet zelf iets te bedenken. Je linkerhersenhelft heeft hierdoor een taak minder en je rechterhersenhelft is vrij om de herinnering creatief vorm te geven. De flow waar Knausgård in kwam bij het schrijven van zijn eerste boeken, is mede te verklaren door deze werking van de hersenhelften. Hij hoefde met niemand rekening te houden, want hij ging er niet vanuit dat iemand zijn tekst ooit zou lezen, en zijn linkerhersenhelft had een taak minder, omdat hij zijn verhaal niet nog helemaal hoefde te bedenken. Het kader van het waargebeurde (en daarmee ook van het oprechte en kwetsbare), hielp hem zo om tijdens het schrijven minder last te hebben van schaamte.
je innerlijke criticus ontmantelen
In deel 1 van de schaamte van de schrijver zagen we dat een schrijver die zich laat leiden door angst voor de mening van de ander, meer handelt in het belang van zijn reputatie dan in het belang van zijn tekst. Wil je het belang van je tekst en jouw noodzaak tot schrijven zwaarder laten wegen ten opzichte van je reputatie, dan moet je je bewust worden van waar je precies bang voor bent.
Schaamte kan ontstaan doordat een rechter in je hoofd, een soort innerlijke criticus, voortdurend over jou oordeelt en je gevoel van eigenwaarde ondermijnt. Het is belangrijk om je heel bewust te worden van hoe en wanneer die rechter tot je spreekt. Je moet hem ontmantelen en het beoordelingsproces doorzien; je angstgedachtes bestuderen zodat je ze naast je neer kunt leggen. Dit kun je onder andere doen door over je eigen schaamte te schrijven, voor jezelf en uiteindelijk misschien ook voor anderen, zoals Karl Ove Knausgård heeft gedaan.
Dit betekent niet dat je van al je schaamtegevoelens kunt afkomen. Dat is Knausgård ook niet gelukt. Sterker nog, na het schrijven van de romanserie was hij uitgeput en had hij juist weer heel veel last van zelfkritiek.* Door te schrijven over zichzelf en zijn schaamte, heeft Knausgård wel enorm veel inzicht gekregen in hoe hij op de (veronderstelde) kritiek van anderen reageert. Bovendien heeft hij zich door zijn rechter niet laten weerhouden om te schrijven waar hij de noodzaak toe voelde. Zo zouden wij ons allemaal niet door onze rechter moet laten weerhouden.
*) ‘De strijd van Knausgård’ Het uur van de wolf. NTR. 6 februari 2014.
Schaamte kan ontstaan doordat een rechter in je hoofd, een soort innerlijke criticus, voortdurend over jou oordeelt en je gevoel van eigenwaarde ondermijnt. Het is belangrijk om je heel bewust te worden van hoe en wanneer die rechter tot je spreekt. Je moet hem ontmantelen en het beoordelingsproces doorzien; je angstgedachtes bestuderen zodat je ze naast je neer kunt leggen. Dit kun je onder andere doen door over je eigen schaamte te schrijven, voor jezelf en uiteindelijk misschien ook voor anderen, zoals Karl Ove Knausgård heeft gedaan.
Dit betekent niet dat je van al je schaamtegevoelens kunt afkomen. Dat is Knausgård ook niet gelukt. Sterker nog, na het schrijven van de romanserie was hij uitgeput en had hij juist weer heel veel last van zelfkritiek.* Door te schrijven over zichzelf en zijn schaamte, heeft Knausgård wel enorm veel inzicht gekregen in hoe hij op de (veronderstelde) kritiek van anderen reageert. Bovendien heeft hij zich door zijn rechter niet laten weerhouden om te schrijven waar hij de noodzaak toe voelde. Zo zouden wij ons allemaal niet door onze rechter moet laten weerhouden.
*) ‘De strijd van Knausgård’ Het uur van de wolf. NTR. 6 februari 2014.
“Als je in het verhaal zit is het best een rechttoe-rechtaan proces, tot je gaat denken: “Dit slaat helemaal nergens op, je kunt het sowieso niet, waar begin je aan?” En dan ben je helemaal uit je verhaal. De helft van de tijd tijdens het schrijven denk je totaal nutteloze, destructieve dingen, waar je niks aan hebt, en soms helpt het dan als daarbij lawaai is of als ik de televisie aan zet. Als ik meer moeite moet doen om me te concentreren door herrie eromheen, soms werkt dat, dat verdooft dan de negatieve gedachte.”
‘Esther Gerritsen: Roxy’ Nooit meer slapen. VPRO. 2 oktober 2014.
Als Esther Gerritsen tijdens het schrijven last heeft van angstgedachtes, gebruikt ze 'verdovingspulp', zoals ze het zelf noemt. Ze zet de televisie aan op slechte misdaadseries, zodat ze meer moeite moet doen om zich te concentreren.
De destructieve, nutteloze gedachtes die Esther Gerritsen soms heeft, herkennen we inmiddels als irreële kritiek van haar rechter. Na het betoog in de eerdere artikelen, over hoe belangrijk het is je kwetsbaar op te stellen en je negatieve gedachtes toe te laten zodat je over ze heen kunt stappen, lijkt een verdovingsstrategie verkeerd, maar in feite is Esthers aanpak een trucje om jezelf meer in het hier en nu te krijgen. Als je tegen een deadline aanhikt, helpt het niet om eens flink aandacht te schenken aan al je zelfkritiek. Dan moet je een trucje vinden dat jou van deze gedachtes afleidt. Zet de televisie aan, draai muziek of ga in een druk café zitten. Zorg er in ieder geval voor dat je geluid om je heen creëert dat uitdaagt tot een hogere concentratie.
De destructieve, nutteloze gedachtes die Esther Gerritsen soms heeft, herkennen we inmiddels als irreële kritiek van haar rechter. Na het betoog in de eerdere artikelen, over hoe belangrijk het is je kwetsbaar op te stellen en je negatieve gedachtes toe te laten zodat je over ze heen kunt stappen, lijkt een verdovingsstrategie verkeerd, maar in feite is Esthers aanpak een trucje om jezelf meer in het hier en nu te krijgen. Als je tegen een deadline aanhikt, helpt het niet om eens flink aandacht te schenken aan al je zelfkritiek. Dan moet je een trucje vinden dat jou van deze gedachtes afleidt. Zet de televisie aan, draai muziek of ga in een druk café zitten. Zorg er in ieder geval voor dat je geluid om je heen creëert dat uitdaagt tot een hogere concentratie.
stappenplan om met schaamte om te gaan
We zijn aan het einde gekomen van deze artikelenreeks over de schaamte van de schrijver. Het is tijd om alle informatie samen te brengen in een stappenplan voor schrijvers om beter met schaamte te leren omgaan. Het ermee omgaan vormt de kern van dit stappenplan, want je kunt van schaamte niet genezen en je kunt schaamte ook niet blijven negeren. Wat wel helpt is schaamte erkennen, vandaar de eerste stap:
- In kaart te brengen welke keuzes je tijdens het schrijven maakt uit angst voor kritiek of uit behoefte aan goedkeuring (zie oefening 2 in deel 1);
- Voor jezelf op te schrijven waar je bang voor bent en waar je je voor schaamt (zie oefening 1 in deel 1.);
- - In een dagboekje bij te houden wat je emotionele en lichamelijke gesteldheid was op momenten van schaamte (zie ook de vier elementen van schaamtebestendigheid en de oefening “aanvallen observeren” in deel 1.).
Bij deze stap hoort ook bewustwording van je persoonlijke noodzaak. Leef zoveel mogelijk in het hier en nu. Dat brengt je dichter bij jouw unieke verhouding tot de dingen om je heen. Je kunt schrijven-zonder-planning-strategieën inzetten om minder last te hebben van het idee van toekomstige lezers en uit te vinden waar jij door geïnspireerd raakt. Wat kies jij in een flits van een seconde uit om op te schrijven? Daar ligt een hint naar je persoonlijke noodzaak.
Stap 2: ontwikkeling van controle
Zodra je je meer bewust bent van je schaamte, kun je er ook controle op uitoefenen. Leer jezelf aan om altijd eerst met materiaal te komen en dan pas met kritiek. Wees daarin gedisciplineerd. Dwing jezelf om een bepaalde (haalbare) tijd achter de computer te blijven zitten tot je materiaal hebt, of spreek met jezelf een aantal woorden per dag af.
Als je veel last hebt van over-identificatie kun je op de volgende drie manieren je werk buiten jezelf plaatsen:*) Zie hiervoor ook de informatie over internaliseren in deel 1.
- - Probeer iedere keer weer naar je werk te kijken alsof je het voor het eerst ziet, alsof het door iemand anders is geschreven.
- Doe genoeg andere dingen tussendoor zodat je voelt dat je uit meer bestaat dan gedachtes over hoe je schrijft.
- Laat bij een schrijfprobleem de personages het probleem uitspreken en oplossen. Zo leg je het probleem buiten jezelf en kun je er makkelijker mee werken.*
- Stap 3: kwetsbaar opstellen naar buiten
De vorige stappen waren bedoeld om je kwetsbaar op te leren stellen naar jezelf en zo controle te krijgen. Vervolgens kun je je ook naar buiten toe kwetsbaarder gaan opstellen. Om te beginnen kun je collega's opzoeken en met hen praten over je onzekerheden bij het schrijven. Door te praten over schaamte voelen de meeste schrijvers zich uiteindelijk minder uniek met hun problemen, kunnen ze er met meer afstand naar kijken en laten ze zich minder leiden door irreële kritiek en schaamte. |
Wanneer je je meer bewust bent van je schaamte, er controle op kunt uitoefenen en erover durft te praten met medeschrijvers zul je merken dat je ook steeds milder wordt tegenover je schaamte. Materiaal dat je eerst uit schaamte niet durfde te gebruiken, zie je nu als rijk en bruikbaar. Je hoeft natuurlijk niet, zoals Karl Ove Knausgård, je volledige biografie als materiaal te nemen, maar hij is wel een mooi voorbeeld van hoe een schrijver leert inzien dat je over ervaringen die in het moment pijnlijk waren, later waardevolle en grappige(!) teksten kunst schrijven waar lezers zich in herkennen en van genieten.
Bij de ontwikkeling van een steeds kwetsbaardere opstelling in je schrijven, moet je overigens niet vergeten dat je schrijft om een publiek te boeien. Aan de ene kant kunnen lezers of toeschouwers zich vaak goed herkennen in verhalen die dicht bij de schrijver zelf liggen, aan de andere kant is niet elke persoonlijke anekdote ook automatisch universeel. Je moet bezig blijven met het maken van een goede tekst, en je niet in het materiaal verliezen. Probeer daarom op verschillende manieren afstand te bewaren tot je werk.*
*) Zie hiervoor ook de technieken om afstand te bewaren in deel 4.
Stap 4: onderhouden
De kern van omgaan met schaamte is dat je er zicht op houdt. Blijf met anderen praten over je schaamte, zie er de humor van in en blijf alle technieken en tips uit de vorige stappen gebruiken. Dan raak je veel beter in staat om te schrijven waar je de noodzaak toe voelt, of dat nu pure fictie is, een extreem autobiografisch werk, of iets daar tussenin.