Schaamte in het schrijfproces en werk van Karl Ove Knausgård
In ‘De schaamte van de schrijver deel 1’ was te lezen hoe je met schaamte in het schrijfproces kunt omgaan. Het is belangrijk om je tijdens het schrijven kwetsbaar te durven opstellen. Eén van de meest duidelijke manieren om kwetsbaar te schrijven is autobiografisch schrijven. Als schrijfstrategie stond in het vorige deel dan ook: 'thematiseer (je eigen) schaamte.'
Je kunt zowel openlijk als bedekt over je eigen onzekerheden in het leven schrijven. Doe je het openlijk dan presenteer je je werk als (semi-)autobiografisch. Doe je het bedekt dan presenteer je je werk niet als zodanig en trek je autobiografische elementen uit de context om er vervolgens fictie mee te schrijven. (Is dat niet iets wat iedere schrijver doet?)
Je kunt zowel openlijk als bedekt over je eigen onzekerheden in het leven schrijven. Doe je het openlijk dan presenteer je je werk als (semi-)autobiografisch. Doe je het bedekt dan presenteer je je werk niet als zodanig en trek je autobiografische elementen uit de context om er vervolgens fictie mee te schrijven. (Is dat niet iets wat iedere schrijver doet?)
Wat levert een openlijke kwetsbare opstelling in de praktijk op voor schrijvers en hun schaamte? Een voorbeeld van een schrijver die zich opvallend kwetsbaar opstelt, is Karl Ove Knausgård. Wat kunnen we van hem leren over de ontwikkeling van durf om kwetsbaarheid te tonen?
De Noorse schrijver Karl Ove Knausgård, schreef de radicaal autobiografische romanserie Mijn Strijd. De serie bestaat uit zes dikke pillen die hij schreef in twee jaar tijd. Ze gaan allemaal over Knausgårds eigen leven: zijn jeugd, pubertijd, studententijd, het alcoholisme van zijn vader, de dood van zijn vader, de relatie tot zijn vrouw, zijn kinderen, alles. In ieder boek belicht hij zijn leven weer van een andere kant. In documentaires komt Karl Ove Knausgård over als de droevigste man op aarde. Zijn boeken zijn daarentegen luchtig en grappig en hij presenteert ze als volledig autobiografisch. Hoe zit dat met deze man? Hoe heeft hij dit kunnen schrijven en wat heeft het hem gebracht? Op wat voor manier heeft hij last van schaamte en welke keuzes heeft hij gemaakt in het autobiografisch schrijven?
Schaamte en persoonlijke noodzaak van Knausgård
De schaamteloze schrijver Karl Ove is nog maar net toegelaten op de schrijversacademie, heeft nog geen enkele les gevolgd en begint al met het schrijven van een roman. Ander proza leest hij niet of nauwelijks, bang dat het hem zal beïnvloeden en wegneemt waarom hij op de schrijversacademie is toegelaten. Zijn toelating zou namelijk moeten betekenen dat hij talent heeft. Nu voelt hij grote druk zich te bewijzen. |
De roman wil niet zo vlotten. Alleen op zeer zeldzame momenten is Karl Ove zeker van zijn talent. Onder de mensen is hij angstig. Hij zoekt afzondering, in de hoop dat dat helpt, maar voelt zich er vooral eenzaam en leeg door. De academie start. Karl Ove wil presteren, indruk maken, maar wordt al bang wanneer hij in een kroeg een stoel bijschuift om bij zijn broer en diens groepje te kunnen zitten. Is dit hoe je een stoel optilt? Hij voelt zich een groentje, omringd door ervaren studenten:
"We gingen die week een paar keer de stad in en elke keer gebeurde hetzelfde: Yngve ontmoette mensen die hij kende en stelde mij aan hen voor door te vertellen dat ik zijn broer was en dat ik op de schrijversacademie zou beginnen. Dat was gunstig voor me, ik was al iemand, hoefde me niet te laten gelden, aan de andere kant werd het er ook moeilijker door, ik moest het immers wel waarmaken. Iets zeggen waarvan je kon verwachten dat een aankomend schrijver dat zou zeggen, iets waar zij nog nooit aan hadden gedacht. Maar zo werkte het niet. Ze hadden overal aan gedacht, wisten allemaal veel meer dan ik, zo veel meer zelfs dat ik naderhand begreep dat zij wat ik zei en dacht, al een heel tijdje geleden hadden gezegd en gedacht en daar intussen afstand van hadden genomen."
Knausgård, Karl Ove. Schrijver. Mijn strijd 5. 2010. Vert. Marianne Molenaar. Breda: De Geus, 2014, p. 37-38.
In tv programma Het uur van de wolf *) zegt Karl Ove dat hij vroeger gepest werd op school en dat zijn vader erg streng was. Dit heeft allebei sterke ambitieuze gevoelens in hem aangewakkerd. Hij moest absoluut iets gaan voorstellen later, iets groots presteren zodat hij een lange neus kon trekken naar de mensen op school die hem hadden gepest. Dat is waar die drang tot presteren en de daarmee gepaard gaande, haastige poging tot het schrijven van een roman vandaan kwam. Maar zijn enthousiasme werd getemperd door angst, een laag zelfbeeld, en niet in de laatste plaats door schaamte. *) ‘De strijd van Knausgård’ Het uur van de wolf. NTR. 6 februari 2014. |
In een interview door de NRC vertelt Karl Ove over de rol van schaamte in zijn drang tot schrijven:
“Het vijfde deel heet Schrijver en gaat over uw wanhopige gevecht om erkenning. U volgt een
schrijversacademie, gaat in de leer bij Noorse auteurs. Wat verwacht u van het schrijverschap? Waarom is dat het allerhoogste?
„Vrijheid. Bevrijding van mijn schaamte. Ik kom uit een cultuur van schaamte en beschaamdheid, ik ben een shame-ridden person. Mijn grootouders en ook mijn moeder waren onophoudelijk in de weer met vragen als hoe je moet
leven, hoe behoor je je te gedragen? Wat kun je wel en niet zeggen of doen? Ze leefden voortdurend
onder de spanning van de plichten van het individu in een sociale context. Buren, familieleden, dorpsgenoten: ze keken allemaal over je schouder mee. En oordeelden. Dat is heel Noors, die benauwdheid. In mijn geval leidde dat tot een grote schaamte, want zeker in de ogen van mijn vader deed ik alles verkeerd. Met het spelen in de popband van mijn broer en later met mijn droom om schrijver te worden, probeerde ik me van die beschaamdheid te bevrijden. Ik wilde heroïsch en groots leven, maar dat kon niet. Schaamte is het tegendeel van narcisme. Wie lijdt aan schaamte, zal nooit een held worden. Die twee sluiten elkaar uit.”
Freriks, Kester. ‘Wie zich schaamt wordt nooit een held.’ NRC/Handelsblad, 16.01.2015.
Door te schrijven wilde hij zich bevrijden van de schaamte, maar de schaamte belemmerde hem om het grootse en heroïsche soort literatuur te kunnen schrijven waar hij naar op zoek was.
In Schrijven magazine vertelt Karl Ove hoe hij zijn tijd op de schrijversacademie heeft ervaren:
In Schrijven magazine vertelt Karl Ove hoe hij zijn tijd op de schrijversacademie heeft ervaren:
“Af en toe kwam er een gastdocent op bezoek. Rolf Sagen is naast schrijver afgestudeerd psycholoog. Hij zei dat we in de diepere lagen van ons bewustzijn moesten doordringen. We moesten ons vóór onze gedachten opstellen en steeds verder het ongedachte najagen. Ongeveer een kwartier lang liet hij ons mediteren. Wanneer hij een teken gaf moesten we daarna het eerste het beste opschrijven wat ons te binnen schoot. Sagen bracht onder woorden wat ik aanvoelde. Ik moest afdalen naar de duisternis van mijn ziel. Mooi gezegd, maar hoe moest ik dat sodeju doen? Ik verheugde me niet op de academie. Er verstreek bijna geen les zonder dat er iets kleinerends over mijn teksten werd gezegd. Opbouwende kritiek, de helpende hand. Het maakte me moedeloos omdat mijn teksten geen verweer hadden. Ze waren inderdaad clichématig, oppervlakkig, op een enkele uitzondering na. Dat was de toevalstreffer.”
Bauer, Guus. ‘Hoe Knausgård zijn schrijfaard vond.’ Schrijven magazine, jrg. 18, nr. 5 (2014): p. 20-21.
Analyse: *) Karl Ove heeft last van de feedback die hij krijgt, ook al is die bedoeld als opbouwende kritiek en helpende hand. Er wordt van hem gevraagd af te dalen in zijn ziel. Als we uitgaan van Byron Browns idee dat dichter bij je ziel staan, zorgt voor meer passie en spontaniteit, dan kan een afdaling naar de ziel Karl Ove wellicht dichter bij zijn persoonlijke noodzaak tot schrijven brengen. Helaas wordt hij, iedere keer dat hij zich gekleineerd voelt door feedback, weer in het van zijn persoonlijke noodzaak uitgaan belemmerd. Hij maakt zich te druk over wat anderen van hem vinden en kan niet uiten wat hem drijft. *) Alles analyses in dit artikel baseren zich op de in ‘De schaamte van de schrijver deel 1’ uiteengezette terminologie en theorie. |
Een doorsnee les op de schrijversacademie. Karl Ove krijgt feedback van zijn medestudenten:
“Ik las voor, de anderen lazen aandachtig mee in hun kopie. Toen ik klaar was, begon de ronde met commentaar. Ik schreef trefwoorden op. Else Karin vond het taalgebruik verfrissend en levendig, maar de handeling misschien een beetje voorspelbaar, Kjetil zei dat het geloofwaardig was, maar een beetje saai, Knut vond het op Saabye Christensen lijken, niet dat daar iets mis mee was, zoals hij zei. Petra vond de namen stom. Kom op, zei ze, Gabriël en Gordon en Billy. Dat moet als het ware cult zijn, maar ik vind het alleen maar kinderachtig en dom. Bjorg vond het interessant, maar zei dat ze graag meer over de verhouding tussen de twee jongens zou ervaren. Trude zei dat het wat had, maar dat er een heleboel clichés en stereotypen in stonden, ja, wat haar betrof zo veel dat het bijna onleesbaar werd. Nina kon mijn wat radicale spelling wel waarderen en ze vond dat de natuur mooi beschreven werd.
Ten slotte nam Hovland [de docent] het woord. Hij zei dat het realistisch proza was, herkenbaar en goed, soms had ook hij aan Saabye Christensen moeten denken en natuurlijk stonden hier en daar wat taalmissers, maar er sprak een grote kracht uit en het was een verhaal, iets wat op zich al een kunst was.
Hij keek me aan en vroeg of ik er nog iets aan wilde toevoegen of iets nader wilde weten. Ik zei dat ik tevreden was met de bespreking, dat ik er veel aan had, maar dat ik me afvroeg wat dan precies clichés en stereotypen waren. Of Trude die in de tekst kon aanwijzen.
‘Graag’, zei ze en ze pakte de tekst weer op. ‘“Gebieden waar geen enkele blanke man een voet had gezet”, bijvoorbeeld.’
‘Maar dat móét toch een cliché zijn’, zei ik. ‘Daar gaat het toch om. Zo zien zij de wereld.’
‘Dat op zich is al een cliché, weet je. En verder “de zon gluurde door het gebladerte” en “de dreigende zwarte wolken die onweer voorspelden” – onweer voorspelden! En dan dat “met de colt veilig in de hand rustend” – veilig rustend. Enzovoort, enzovoort.’
‘Er staat ook een heleboel gemaakts en overdrevens in’, zei Petra. ‘Als “Gordon”, zei ze, glimlachend aanhalingstekens met haar vingers makend, ‘zegt “Geef je five seconds”, dat is zo dom, want we begrijpen dat de schrijver wil dat we begrijpen dat ze dat op tv hebben gezien en als het ware gebroken Engels praten.’
‘Nu vind ik jullie onrechtvaardig’, zei Else Karin. ‘We hebben het hier niet over poëzie. We kunnen toch niet aan elke zin zulke hoge eisen stellen, het gaat om het geheel. En zoals Ragnar al zei, het is een verhaal en dat voor elkaar te krijgen is op zich al een kunst.’
‘Je moet gewoon doorgaan’, zei Bjorg. ‘Ik vind het interessant! En er zal in de loop van het project heus nog wel het een en ander veranderen.’
‘Ja, daar ben ik het mee eens’, zei Petra. ‘Als je die stomme namen maar verandert, dan ben ik al tevreden.’
Na de bespreking was ik boos en beschaamd, maar ook in de war, want hoewel ik aannam dat de lof slechts bedoeld was om me te troosten, bleef het feit bestaan dat ik was aangenomen, iets wat eigenlijk niet voor Kjetil gold, dus dan moest er toch iets goeds aan mijn werk zijn. Maar clichés waren natuurlijk het ergste wat er bestond en volgens Trude bestond mijn tekst uit niets anders. Of kwam dat alleen doordat ze zo snobistisch was dat ze dacht dat zij iets voorstelde, dichteres was, zogenaamd beter dan de rest? Else Karin had toch gezegd dat ik geen poëzie schreef en dat had ook Hovland extra benadrukt, dat het realistisch proza was.
Zo zat ik te denken terwijl de anderen om me heen hun lunchpakketjes voor de dag haalden en Else Karin een pot versie koffie zette. Maar ik begreep dat ik me op dat moment niet in mezelf kon terugtrekken, dan zou het de schijn wekken alsof ik het me aantrok, alsof ze een punt hadden en dat zou hetzelfde zijn als toegeven dat wat ik schreef niet net zo goed was als wat zij schreven.”
Knausgård, Karl Ove. Schrijver. Mijn strijd 5. 2010. Vert. Marianne Molenaar. Breda: De Geus, 2014, p. 79-81.
Hij trekt zich de feedback heel erg aan en overanalyseert zijn medestudenten en de situatie. Zijn verdediging bestaat eruit dat hij de anderen in zijn hoofd naar beneden haalt, ze beschaamt (Kjetil is eigenlijk niet echt aangenomen – hij wel – en Trude is snobistisch), in de hoop zichzelf beter te voelen.
Analyse:
Analyse:
Bij Karl Ove zien we heel duidelijk geïllustreerd wat het betekent als de verhouding tussen jezelf en de ander niet in balans is. Uitspraken van zijn feedbackgevers treffen een zere plek en lokken zo een aanval uit van Karl Ove op zichzelf. Specifieker: een aanval van zijn rechter/zelfondermijnende zelf op zijn authentieke zelf. Hij herkent het niet als aanval waartegen hij zich mag verdedigen. In een flits heeft kritiek zich in zijn hoofd getransformeerd tot irreële kritiek en voelt hij zich gekleineerd. |
Na de opleiding probeerde Karl Ove jarenlang om het leven, zijn leven, om te zetten in literatuur. Later schreef hij over deze pogingen in Vader, het eerste deel van zijn romanserie.
“Ik probeerde al een aantal jaar over mijn vader te schrijven, maar het was me niet gelukt, waarschijnlijk omdat de afstand tot mijn leven te klein was en de stof zich daardoor niet zo gemakkelijk in een andere vorm liet dwingen, wat immers een vereiste is in de literatuur. Dat is de enige wet die geldt, alles moet ondergeschikt zijn aan de vorm: de stijl, de intrige, de thematiek. Is één daarvan sterker dan de vorm, krijg je een zwak resultaat.”
Knausgård, Karl Ove. Vader. Mijn strijd 1. 2010. Vert. Marianne Molenaar. Breda: De Geus, 2013, p. 201.
De gespannen relatie tot zijn vader had hem altijd achtervolgd en daar moest hij iets mee. Hij probeerde erover te schrijven, maar geloofde heilig in die wet die hij noemt, dat alles ondergeschikt moet zijn aan de vorm. Deze wet werd een persoonlijke norm en absolute waarheid voor hem, maar bleek een gebed zonder end. Hij kon helemaal niet aan de norm voldoen, want het autobiografische materiaal dat hij wilde gebruiken, liet zich niet in fictie dwingen. Pas na jarenlang ploeteren durfde hij toe te geven aan de wens om letterlijk over zichzelf te schrijven. Daarvoor moest hij eerst het gevoel hebben dat hij niet dieper kon falen en niets meer te verliezen had. Zo werd het begin van zijn romanserie een soort wanhoopsdaad die ervoor zorgde dat hij eindelijk naar zijn persoonlijke noodzaak en drijfveren kon handelen. “It was an act of desperation. I really had nothing to write about.” *) De eerste twee boeken die hij toen schreef waren eigenlijk niet bedoeld om gelezen te worden. Uiteindelijk werden ze wel uitgegeven en toen moest Karl Ove ook de rest schrijven.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
“Ik heb vijf jaar vergeefs geprobeerd de juiste toon voor 'Mijn strijd' te vinden. Totdat ik ontdekte dat ik mezelf te intelligent wilde voordoen. Dat ik wilde laten zien dat ik literatuur kon schrijven, met een hoofdletter. Die houding is de dood voor elk boek. Ik gooide alles opzij en begon te schrijven precies zoals het was, met alle schaamtevolle gebeurtenissen die voorkomen in ieders leven. Ik schreef rauw en ongepolijst, over mijn huwelijksleven, mijn vaderschap, het alcoholisme van mijn vader, het gestuntel met meisjes, de slechte gedichten die ik als jongeling schreef.”
Karl Ove Knausgård in: ‘Wie zich schaamt wordt nooit een held.’ NRC/Handelsblad, 16.01.2015.
Het schrijven werd een manier om met zichzelf en met zijn vader in het reine te komen.
“Knausgård: '[…] Ik herken het destructieve in mijn vader en het verlangen om weg te gaan en te drinken. En ik ben ook niet altijd een even goede vader.’ Glimlachend: ‘Hoewel ik het wel beter doe dan mijn vader, denk ik.’”
Mussche, Tjitske. “Eerlijk, tot elke prijs.” [2011] VPRO boeken – 19-01-2015
Hieronder volgen twee heel oprechte stukjes uit Karl Oves roman Vader. Hij schrijft over hoe hij zelf als vader omgaat met zijn kinderen en is eerlijk over zijn regelmatige verlies van zelfbeheersing.
Over zijn eerste dochter, Vanja:
Over zijn eerste dochter, Vanja:
“Ze is zo volkomen thuis op deze wereld en kan zo brutaal zijn dat ik mijn beheersing volledig verlies en soms tegen haar sta te schreeuwen of haar heen en weer schud tot ze begint te huilen. Vaak lacht ze dan gewoon. De laatste keer dat het gebeurde, de laatste keer dat ik zo boos was dat ik haar heen en weer schudde en zij gewoon lachte, kreeg ik een ingeving en legde ik mijn hand op haar borst. Haar hart ging als een gek tekeer. O, wat ging het tekeer.” |
Over zijn andere dochter, Heidi:
“In dezelfde periode kreeg ze heftige woedeaanvallen die ik nog maar twee maanden daarvoor bij haar niet voor mogelijk had gehouden terwijl ze anderzijds een eerder niet gekende kwetsbaarheid vertoonde: bij de minste of geringste aanduiding van strengheid in mijn stem of mijn gedrag boog ze haar hoofd, draaide zich om en begon te huilen, alsof ze ons wel haar woede wilde tonen, maar niet haar kwetsbaarheid. Terwijl ik dit schrijf word ik door tederheid voor haar overmand. Maar dat is op papier. In werkelijkheid, als het er echt om gaat en ze voor me staat, zo vroeg in de ochtend dat het buiten op straat nog stil is en er in het hele huis geen geluid is te horen, stralend van vreugde, klaar om aan een nieuwe dag te beginnen en ik met al mijn wilskracht opsta, de kleren van gisteren aantrek en met haar naar de keuken ga, waar de veelbelovende karnemelk met bosbessensmaak en de suikervrije muesli op haar wachten, voel ik geen tederheid en als ze dan mijn grenzen overschrijdt, bijvoorbeeld door maar om een film te blijven zeuren of door te proberen de kamer in te komen waar John slaapt, kortom iedere keer dat ze mijn ‘nee’ niet accepteert en eindeloos doorgaat, gebeurt het niet zelden dat mijn irritatie in woede omslaat en als ik haar dan streng toespreek en ze begint te huilen, haar hoofd laat zakken en zich met hangende schouders omdraait, denk ik: ze heeft niet anders verdiend. Voor het besef dat ze nog maar twee is, is pas ’s avonds ruimte, als zij slapen en ik me afvraag waar ik eigenlijk mee bezig ben.”
Knausgård, Karl Ove. Vader. Mijn strijd 1. 2010. Vert. Marianne Molenaar. Breda: De Geus, 2013, p. 35-36.
Analyse:
Karl Ove doet precies wat Brené Brown van de mensen vraagt (zie Deel 1). Hij treedt met zijn schaamte naar buiten. In de bovenstaande fragmenten is dat de schaamte over hoe hij met zijn kinderen omgaat en schaamte over de onmacht die hij voelt op zekere momenten. Waar ben ik eigenlijk mee bezig, vraagt hij zich af.
Karl Ove doet precies wat Brené Brown van de mensen vraagt (zie Deel 1). Hij treedt met zijn schaamte naar buiten. In de bovenstaande fragmenten is dat de schaamte over hoe hij met zijn kinderen omgaat en schaamte over de onmacht die hij voelt op zekere momenten. Waar ben ik eigenlijk mee bezig, vraagt hij zich af.
Zoals eerder gezegd was schrijven voor Karl Ove een manier om met zichzelf in het reine te komen. Met jezelf in het reine komen betekent ook dat je een soort schuld vereffent, of dat je leert om je niet meer te schamen. Er wordt wel gezegd dat Karl Ove schaamteloos allerlei informatie over zichzelf en zijn naasten tentoon heeft gespreid. Eerlijk schrijven was voor hem dan ook een manier om zich niet meer te schamen voor zichzelf en zijn vader. Uit schaamte is hij schaamteloos geweest.
Karl Oves boeken staan bol van alledaagsheid. De gewone dingen die bij het leven horen omschrijft hij uiterst gedetailleerd. (Hierdoor wordt hij weleens met Proust vergeleken.) Hij zegt dat hij dit pas kon doen nadat hij zich realiseerde: “je mag wel over het saaie, het alledaagse, schrijven, maar je mag over het saaie niet saai schrijven.” *)
*) Bauer, Guus. ‘Hoe Knausgård zijn schrijfaard vond.’ Schrijven magazine, jrg. 18, nr. 5 (2014): p. 20-21.
Karl Oves boeken staan bol van alledaagsheid. De gewone dingen die bij het leven horen omschrijft hij uiterst gedetailleerd. (Hierdoor wordt hij weleens met Proust vergeleken.) Hij zegt dat hij dit pas kon doen nadat hij zich realiseerde: “je mag wel over het saaie, het alledaagse, schrijven, maar je mag over het saaie niet saai schrijven.” *)
*) Bauer, Guus. ‘Hoe Knausgård zijn schrijfaard vond.’ Schrijven magazine, jrg. 18, nr. 5 (2014): p. 20-21.
Analyse:
Karl Ove Knausgård had veel normen van buitenaf (van zijn vader, van pesters op school, van medestudenten en docenten op de schrijversacademie) tot persoonlijke normen gemaakt. Zo was zijn jezelf-ander balans ver uitgeschoten naar de ander. Hij moest zich aan anderen bewijzen door:
- iets groots en heroïsch te presteren
- alles ondergeschikt te maken aan vorm
- literatuur te schrijven met een hoofdletter
Later heeft hij zijn normen bijgesteld en is hij vanuit persoonlijke noodzaak gaan schrijven over het saaie en het alledaagse.
Karl Ove Knausgård had veel normen van buitenaf (van zijn vader, van pesters op school, van medestudenten en docenten op de schrijversacademie) tot persoonlijke normen gemaakt. Zo was zijn jezelf-ander balans ver uitgeschoten naar de ander. Hij moest zich aan anderen bewijzen door:
- iets groots en heroïsch te presteren
- alles ondergeschikt te maken aan vorm
- literatuur te schrijven met een hoofdletter
Later heeft hij zijn normen bijgesteld en is hij vanuit persoonlijke noodzaak gaan schrijven over het saaie en het alledaagse.
Waarom kiezen voor het saaie en alledaagse? Dat schrijven over het zogenaamde 'saaie' heeft veel te maken met Karl Oves persoonlijke noodzaak tot schrijven in het algemeen. Hij zegt dat hij eigenlijk bijna nooit gelukkig is. Hij voelt weinig blijdschap, weinig waarde, weinig zin. *) Schrijven maakt het leven voor hem zinvoller. Als je de meest saaie alledaagse routines opschrijft, evolueren ze in iets 'meer'. Je maakt er dan kunst van, zegt Karl Ove. Net zoals wanneer je een simpel glas dat niets voorstelt, schildert op een doek. Als voorbeeld voor zijn eigen schrijven geeft hij het verschonen van de luier van een kind. Vreselijk om te doen, saai, elke dag weer, maar als je het opschrijft dan wordt het meer dan dat. Hij grapt dat je dan uitgebreid in kunt gaan op alle geuren en kleuren van die luier. **) |
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video fragment. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
**) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Lowlands. Online video fragment. VPRO. 16 augustus 2014. Web. 19 januari 2015.
Een andere noodzaak van Karl Ove tot schrijven is dat hij zich in zijn boeken vrij kan uiten. Die vrijheid voelt hij niet als hij in sociaal gezelschap is. Hij zegt dat hij mensen tevreden wil stellen en slim wil overkomen. Zowel in sociale situaties als wanneer hij zit te schrijven. Met zijn autobiografische romanserie wilde hij deze neiging bij zichzelf vernietigen. Hij wilde weten of het mogelijk was om eerlijk te zijn en te zeggen wat hij echt allemaal dacht, zonder daarbij slim over te moeten komen. *)
*) ‘Karl Ove Knausgård’ De Avonden. VPRO. 28 november 2011.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ De Avonden. VPRO. 28 november 2011.
Zie hieronder een fragment uit Karl Oves eerste roman Vader. Karl Ove zit samen met zijn broer Yngve in de auto en vraagt of het goed is als hij even zijn ogen dichtdoet en slaapt:
“Ik was niet moe en slapen zat er niet in, maar het was prettig zo te zitten, vooral omdat er niets van me werd verlangd. Tijdens onze jeugd was Yngve iemand met wie ik ongedwongen praatte en voor wie ik geen geheimen had, maar op zeker moment, misschien al toen ik op het gymnasium zat, veranderde dat en vanaf dat moment was ik me er ongelooflijk van bewust wie hij was en wie ik was als we met elkaar praatten, alle natuurlijkheid verdween, elke opmerking die ik maakte werd of van tevoren gepland of achteraf geanalyseerd, meestal beide, behalve als ik dronk, dan kreeg ik mijn oude ongeremdheid terug. Met uitzondering van Tonje en mijn moeder had ik dat met iedereen, ik kon niet langer gewoon met mensen zitten praten, ik was me veel te veel bewust van de situatie en daardoor stond ik erbuiten. Of Yngve dat ook had wist ik niet, maar ik dacht het niet, hij wekte niet de indruk als ik hem met andere mensen zag. Of hij het van mij wist, wist ik ook niet, maar iets in me zei van wel. Ik had vaak het gevoel niet eerlijk te zijn, of niet oprecht aangezien ik nooit met open kaart speelde, maar altijd zat te calculeren en te berekenen. Mij maakte het niets meer uit, het was mijn leven geworden, maar nu op dit moment aan het begin van een lange autorit, nu papa dood was en zo, voelde ik dat ik ernaar verlangde van mezelf verlost te zijn, of van datgene in mezelf wat me zo streng in de gaten hield.”
Knausgård, Karl Ove. Vader. Mijn strijd 1. 2010. Vert. Marianne Molenaar. Breda: De Geus, 2013, p. 273.
Karl Ove is zich voortdurend heel bewust van zichzelf, kan daarom geen normale gesprekken voeren met mensen en heeft het gevoel dat hij niet eerlijk is omdat hij altijd zit te calculeren. Hij voelt zich gevangen en schrijven is, zoals hij zegt in een interview door Wim Brands *) in Zweden, als het schilderen van zijn gevangenis.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
*) ‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
Analyse: Dat wat Karl Ove zo streng in de gaten houdt, is zijn rechter en zelfondermijnende zelf. In zijn literatuur schrijft hij open over de last die hij heeft van zelfkritiek (zie het fragment van Karl Ove bij zijn broer in de auto). Zo verheft hij niet alleen het saaie en alledaagse tot iets zinvollers, maar ook het pijnlijke en de schaamte. Zo schildert hij zijn gevangenis. |
Hieruit blijkt dat een kwetsbare opstelling voor schrijvers niet alleen nuttig is om meer bewustzijn te kweken en zo gewapend te zijn tegen schaamte, de angst te onderkennen om eroverheen te kunnen stappen, maar ook om schaamte op een positievere manier te bekijken. In het dagelijks leven zijn pijn, verdriet, angst en schaamte een last, maar als je pijn, verdriet, angst en schaamte vormgeeft in een verhaal, dan kun je er de schoonheid van inzien.
De reden dat Karl Ove zo’n radicaal autobiografisch werk heeft kunnen schrijven, is dat dit een grote persoonlijke noodzaak voor hem was. Hevige schaamte heeft die noodzaak bij hem doen ontstaan. Hij kon pas aan de noodzaak van extreem kwetsbaar schrijven toegeven toen hij niets meer te verliezen had. In Zweden vraagt Wim Brands aan Karl Ove of de boeken hem hebben veranderd. Hij antwoordt dat ze hem minder bang hebben gemaakt. “Bang voor wat”, vraagt Wim Brands. “Bang voor… voor jou bijvoorbeeld”, zegt Karl Ove.
‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
De reden dat Karl Ove zo’n radicaal autobiografisch werk heeft kunnen schrijven, is dat dit een grote persoonlijke noodzaak voor hem was. Hevige schaamte heeft die noodzaak bij hem doen ontstaan. Hij kon pas aan de noodzaak van extreem kwetsbaar schrijven toegeven toen hij niets meer te verliezen had. In Zweden vraagt Wim Brands aan Karl Ove of de boeken hem hebben veranderd. Hij antwoordt dat ze hem minder bang hebben gemaakt. “Bang voor wat”, vraagt Wim Brands. “Bang voor… voor jou bijvoorbeeld”, zegt Karl Ove.
‘Karl Ove Knausgård’ Boeken op Reis. VPRO. 1 september 2013.
lees ook:
deel 1: | deel 3: SCHAAMTE IN HET SCHRIJFPROCES EN WERK VAN lena Dunham |
We vinden het allemaal weleens spannend ons werk te laten lezen. We twijfelen allemaal over wat we wel en niet zullen opschrijven. Alles wat je schrijft komt uit jouw hoofd. Je legt een stukje van je innerlijk bloot. Om kunst te maken, en dus ook om te schrijven, moet je je als mens kwetsbaar durven opstellen, maar uit schaamte probeert de mens zijn kwetsbaarheid juist te verhullen. Hoe ontwikkel je durf en laat je je voorzichtigheid los zodat je echt kunt schrijven wat bij je past en waar jij de noodzaak toe voelt? | Lena Dunham is bedenker, schrijver, regisseur van en actrice in de razend populaire serie Girls. De serie is geen letterlijke vertelling van haar eigen leven, maar Dunham heeft de personages wel sterk gebaseerd op zichzelf en op mensen die ze kent. Ze presenteert de serie als semi-autobiografisch. In oktober 2014 stond ze weer in de belangstelling naar aanleiding van het verschijnen van haar boek Not That Kind of Girl, dat wél letterlijk over haar eigen leven gaat. Kennelijk voelt men zich aangetrokken tot haar echtheid en kwetsbaarheid. Maar hoe durft ze het? En wat brengt het haar? (Publicatie in januari 2016) |