bladkant
  • BLADKANT
  • Het schrijfproces van
    • Het schrijfproces van Herman Koch
    • Het schrijfproces van Simon van der Geest
    • Het schrijfproces van Dirk van Weelden
    • Het schrijfproces van Kira Wuck
    • Het schrijfproces van Jolein Laarman
    • Het schrijfproces van Rob van Essen
    • Het schrijfproces van Ted van Lieshout
  • Over schrijven
  • Over schrijvers
  • Ver schrijven
  • Al schrijvende
  • De promohoek
  • Contact
  • Gratis abonnement
  • SPECIAL: De schaamte van de schrijver

over schrijvers

Zijn wij nou echt zo erg? Is het werkelijk zo'n ramp om met een schrijver samen te werken? Uitgevers, dramaturgen, illustratoren, interviewers, theatermakers en anderen over samenwerken met schrijvers.

daar heb ik ook wel wat over te zeggen

Tilly Hermans // Samenwerken met schrijvers

4/10/2013

3 Comments

 
"Wat er besproken wordt tussen auteur en redacteur is keukengeheim."
Foto
Over het contact tussen schrijver en editor/redacteur wordt steeds interessanter gedaan. Er ontstaat een mythe: De redacteur maakt de schrijver.

Regelmatig wordt mij gesuggereerd dat ik toch zelf die boeken herschrijf? In plaats van me gevlijd te voelen draai ik me dan geërgerd af. Ik vind het een belediging voor de schrijvers, die vaak jarenlang aan hun manuscript schaven, diverse versies schrijven, alvorens het ter perse kan. //Lees verder //

Koffie en thee brengen

In 1968 ging ik bij Meulenhoff werken en werd daar opgeleid door Theo Sontrop, befaamd redacteur en latere uitgeefdirecteur van De Arbeiderspers. Ik zag voor het eerst een redacteur aan het werk: met Maarten Biesheuvel, met Joop Waasdorp, met Gerrit Komrij, met Rudy Kousbroek. De deur was dicht, ik mocht thee of koffie brengen, de schrijvers kwamen naar buiten met een stapel papier en gingen weer naar huis, om maanden later terug te keren om een nieuwe versie te bespreken. Wat er in die kamer gebeurde werd me niet verteld. Dat was mijn eerste les: Over wat er besproken wordt tussen auteur en redacteur praat je niet; het zijn keukengeheimen.
Soms moest ik een manuscript dat hevig was bewerkt opnieuw uittikken, en zag dan ineens het handschrift van Sontrop. Maar vaker was het de auteur zelf die verbeteringen had aangebracht. Zo heb ik zeven keer het manuscript van In de bovenkooi van J.M.A Biesheuvel uitgetikt; elke keer weer voegde Biesheuvel nieuwe passages toe, een vertikking van mij inspireerde hem tot een nieuwe uitweiding, onweerstaanbaar geestig vaak.

Wat de invloed was van Sontrop bleef me onduidelijk, tot die bij Meulenhoff vertrok en Biesheuvel zijn tweede boek uitgaf bij De Harmonie. Zijn derde bundel kwam weer bij Meulenhoff, toen Laurens van Krevelen, de nieuwe hoofdredacteur na het vertrek van Sontrop naar De Arbeiderspers, het contact had hersteld en Biesheuvels vertrouwen had gewonnen. Het was les twee: Een schrijver moet zijn redacteur kennen en vertrouwen, anders kun je niet samenwerken.

Vanaf een zeker moment werd ikzelf degene die de manuscripten van Biesheuvel las en van commentaar voorzag. Een paar middagen toog ik naar Leiden, om daar, in het befaamde kamertje van Maarten onder de dakpannen, samen aan zijn bureau mijn potloodvragen door te nemen. Ik had de verhalen meermaals gelezen en goed nagedacht voor ik mijn opmerkingen opschreef – altijd in potlood. Het gum bleef bij de hand. Niets werd veranderd door mij: Bies zelf hakte knopen door, streepte weg, herschreef hele alinea’s, en waar hij echt aarzelde mijn advies op te volgen legde hij een verhaal terzijde om zijn vrouw Eva te vragen of het niet uit de bundel moest vallen. Les drie: je bent niet de enige raadgever van een auteur, leer om te gaan met meelezers en hun adviezen. Het vertrouwen moet wederzijds zijn. 

Kunnen bewonderen

Hoe bouw je het vertrouwen met je auteur op? Je moet als redacteur kunnen bewonderen. Meteen een bak kritiek over iemand uitstorten, stimuleert niet. Een redacteur is geen recensent; fileren van een verhaal kan nuttig zijn voor jezelf, maar bedenk dat de schrijver al maanden, zo niet jaren bezig is en wel een opkontje kan gebruiken. Pas als hem duidelijk is waar het goed zit, wat je aanspreekt in het verhaal, krijgt hij houvast en energie om de volgende ronde in te gaan. 

"Meteen een bak kritiek over iemand uitstorten, stimuleert niet. Bedenk dat de schrijver al maanden, zo niet jaren bezig is en wel een opkontje kan gebruiken."

Elke redacteur werkt weer anders. Sommige collega’s analyseren, checken een manuscript op een aantal punten: opbouw, personages, stijl, plot, etc. Ik werk heel intuïtief. Ik lees, schrijf met potlood in de marge waardoor ik getroffen word: een beeld, een sfeer, een mooie zin. Maar ook waar het verhaal inzakt, ik mijn aandacht verlies, een personage te vaag blijft, spanning wegvalt, de situatie uit beeld raakt omdat het zijpad te lang is, etc.

Na de eerste lezing leg ik het manuscript een paar dagen terzijde, om dan opnieuw hele passages te herlezen, te controleren of het niet vermoeidheid was die me bij het lezen parten speelde. En daarna pas ga ik met de auteur om de tafel zitten.

Door mijn ogen kijken

Het eerste gesprek is altijd oriënterend; geen literatuuranalyses, ik probeer de schrijver te laten formuleren waar zijn boek precies om draait, wat hij voor verhaal wil schrijven, en ik probeer zelf vooral goed te luisteren. Hebben we vaker samengewerkt, dan leert de schrijver ook door mijn ogen te kijken. Dat kan zo ver gaan dat hij een manuscript inlevert en al op de drempel van mijn kamer weet wat eraan schort. Het gesprek is dan om het eigen inzicht te toetsen, bevestigd te krijgen wat voorheen een vermoeden was.

"Kill your darlings is een latere fase; je kunt niet direct afscheid nemen, het mes erin zetten."

Nelleke Noordervliet heeft weleens verzucht dat ze precies weet op welke passages ik kritiek zal hebben, en ze zit er zelden naast. Het zijn de zwakke plekken in de tekst, waar ze zichzelf wel van bewust was maar die pas in een volgende fase aangepakt kunnen worden, als het verhaal zich heeft gesettled. Kill your darlings is een latere fase; je kunt niet direct afscheid nemen, het mes erin zetten.
De ervaring leert dat het meeste herschrijfwerk in de eerste honderd pagina’s van het manuscript zit. Het verhaal begint breed, alle mogelijkheden liggen open, maar vernauwt zich en zoals Oek de Jong het laatst formuleerde: ‘Als ik afscheid neem van een verhaal is er altijd een licht gevoel van teleurstelling; het is nooit helemaal geworden wat me voor ogen stond.’ Ik vraag me af of we dat erg moeten vinden, want het is tegelijk de reden waarom er een nieuw verhaal geschreven moet worden.

De stijl fonkelt, het verhaal hort

Sommige schrijvers blijven in het begin van het verhaal steken: eindeloos worden alinea’s herschreven, er wordt gevijld en geslepen, de stijl fonkelt maar het verhaal hort. Ik moedig aan om door te schrijven, ook al is er van alles op detailniveau aan te merken. Eerst moet het verhaal er staan, en dan pas begint het vijlen. Doe je dat niet, dan loop je het risico een te stijf breiwerkje te maken, iets gekunstelds. Durf door te schrijven, zeg ik, en wees daarna niet bang voor het schrappen.

In het schrappen ben ik goed, maar ik zet niet meteen grote rode strepen in de tekst. Gaat het om iets structureels, zoals bijvoorbeeld een te lange aanloop voor de scène van de grond komt, dan geef ik bij een of twee scènes aan wat ik bedoel. De auteur moet daarna zelf proberen zijn tekst met andere ogen te zien en zelf beslissingen nemen over schrappen dan wel herschrijven. Er is het beroemde geval van Mulisch, die kritiek kreeg op Archibald Strohalm, of was het Het stenen bruidsbed? Zijn redacteur suggereerde iets te schrappen, maar Mulisch trok de conclusie dat er juist bijgeschreven moest worden.

bang voor mijn scherpe blik

Het komt voor dat een schrijver zo snel mogelijk een nieuwe versie wil inleveren. Dat wantrouw ik; het gaat niet om een invuloefening, ik geef geen huiswerk op, mijn eventuele suggesties moeten niet klakkeloos worden opgevolgd. Ik wil dat de auteur zelf de tekst beheerst. Ik heb weleens iemand naar huis gestuurd met het advies de tekst een paar maanden te laten rusten. Niks is zo onbevredigend als een auteur die elke suggestie overneemt. Hij aarzelt en geeft zijn lot uit handen – ik schuif de tekst dan gewoon terug: zelf doen.

"Ik heb weleens iemand naar huis gestuurd met het advies de tekst een paar maanden te laten rusten. Niks is zo onbevredigend als een auteur die elke suggestie overneemt."

Herschrijven is overigens wel eindig. Op een bepaald punt kan de auteur met dit verhaal niet verder komen, en dreigt het onder zijn hand te sterven, dode tekst te worden. Vraag me niet hoe, maar meestal zie je het wel aankomen. Je voelt weerstand om nóg eens naar de tekst te kijken. Te lang blijven aandringen op verandering haalt het geloof in eigen kunnen van een schrijver onderuit. Een gevaarlijk iets, want het heeft me weleens een auteur gekost, die bang was bij een volgend boek mijn strenge blik weer tegen te komen.
Foto
Debutante NiƱa Weijers
En er is natuurlijk het writer’s block. Wat daaraan te doen? Ach, soms niks anders dan gewoon contact proberen te houden en geduld oefenen. Dat is wat een redacteur/uitgever sowieso moet trainen: geduld. Eindeloos geduld. Onwrikbaar vertrouwen dat het met goede auteurs altijd goed komt.

Uiteraard werk ik met elke auteur weer anders, en kan het werk per boek ook verschillen. Sommigen leveren graag al na één hoofdstuk kopij in en willen praten, anderen schrijven anderhalf jaar in afzondering, en laten me pas iets lezen als de hele eerste of tweede versie af is. Het is makkelijker iets te zeggen over een compleet manuscript, dan wanneer je maar een klein stukje ziet, maar in beide gevallen kan contact nuttig zijn: de auteur kan zich zekerder voelen als de redacteur al iets heeft gelezen en goed luistert.
Is de hele tekst af, en ik vind het niet goed, dan is er een probleem. Buikpijn kan ik ervan krijgen, want het zijn de naarste momenten: ik realiseer me goed hoeveel werk en tijd erin is gestoken, dat er financieel risico is genomen, hoe diep de auteur is gegaan. Maar ik moet kritisch zijn en eerlijk. Ik lees dan ook liever af en toe een stuk van een manuscript, drink zo nu en dan koffie met de auteur en hou een vinger aan de pols, in de soms ijdele hoop ontsporing te voorkomen.

betrokken blijven

Nu lijkt het alsof het werk van de redacteur eindigt bij het in productie geven van het manuscript. Niets is minder waar. Naar mijn idee moet een redacteur van begin tot einde bij alles rond het boek en de auteur betrokken blijven: hij praat mee met pr en marketing over plannen om het boek onder de ogen van het publiek te brengen, zwengelt zelf contacten aan, heeft met de auteur en de vormgever overleg over omslagaanpak, wijze van produceren, etc. Hij is de spil, het aanspreekpunt, degene die met de auteur optrekt om de lezer te veroveren.
Er mag geen boek verschijnen met een omslag waar de auteur van gruwt: hij moet trots zijn als hij zijn product uiteindelijk in handen heeft. Ik herinner me nog een avond in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar de Duitse schrijfster Grete Weil, die in de oorlog ondergedoken had gezeten in de Beethovenstraat, ten overstaan van een volle zaal haar afgrijzen uitsprak over het omslag dat wij om de Nederlandse vertaling van haar boek hadden gemaakt. Heel beschamend voor ons. 

"Er mag geen boek verschijnen met een omslag waar de auteur van gruwt: hij moet trots zijn als hij zijn product uiteindelijk in handen heeft."

Toch zijn auteurs niet altijd de beste raadgevers. Ze komen soms aanzetten met een schilderij van een vriendin, een foto van de neef van een goede buur – suggesties die ik beslist van de hand wijs als duidelijk is dat het geen goed omslagbeeld zal opleveren. Ik werk samen met goede vormgevers en praat met pr en marketing over de aanpak, maar uiteindelijk komt het omslag tot stand in de driehoek redacteur-auteur-vormgever. Waarbij de redacteur zich bewust is van de noodzaak een aantrekkelijk en opvallend boek te paren aan een smaakvol product dat de sfeer van de inhoud goed weergeeft. 

Schrijverschap

Hierboven gaat het steeds om het schrijven, polijsten en uitgeven van één boek van een bepaalde schrijver, maar ik denk ook na over hun schrijverschap. Ik sta hen bij in andere zaken, als er een verhaal voor een tijdschrift geschreven moet worden, een lezing moet worden gegeven, samenwerking worden gezocht, uitnodigingen binnenkomen die beoordeeld moeten worden, of organisaties aangespoord moeten worden om de auteur uit te nodigen. Daarom probeer ik ook bij belangrijke lezingen aanwezig te zijn, ga ik naar diverse literaire manifestaties, volg organisaties en tijdschriftredacties, heb af en toe contact met goede boekhandelaren. Het maakt mijn werk veeleisend én veelzijdig, en nimmer is er een recept tot succes. Alles blijft maatwerk. //

Tilly Hermans werkte van 1968-2001 bij uitgeverij J.M. Meulenhoff, in diverse rollen waarvan de laatste die van uitgever van Nederlandse literatuur was. In september 2001 richtte ze uitgeverij Augustus op, een imprint van de groep Amstel uitgeverijen; een dertigtal Nederlandse auteurs, onder wie Adriaan van Dis en Oek de Jong, volgde haar naar Augustus. De Amstel groep werd in 2012 samengevoegd met uitgeverij Contact, en gingen verder onder de naam Atlas Contact. Bij deze nieuwe uitgeverij is ze uitgever gebleven van Nederlandse fictie en non-fictie.
Foto
Momenteel begeleidt ze onder meer Kristofer Schipper, die zijn vertaling van de Gesprekken van Confucius afrondt, en verschillende auteurs zoals Nelleke Noordervliet, Philip Snijder, Caroline Hanken, Roel Bentz van den Berg, Anton Valens, Pieter Hoexum, Elizabeth Lockhorn, Trudy Dehue en debutante Niña Weijers, die aan hun manuscripten werken die in 2014 gaan verschijnen. Binnen de uitgeverij is ze ook verantwoordelijk voor de Debutantenacademie en voor de stagiaires.
3 Comments
Inge link
7/10/2013 06:32:05 am

Wat Tilly Hermans hier beschrijft is echt mijn droombaan. Ik heb het artikel dan ook met veel interesse gelezen!

Reply
Judith link
7/10/2013 06:49:53 am

Wat een interessant stuk! Ik help zelf-uitgevende schrijvers met het verbeteren van hun boek. Ik herken dat, dat het niet prettig is als een schrijver maar precies doet wat jij voorstelt. Het is de bedoeling dat hij zelf blijft nadenken! De auteur blijft wat mij betreft de baas.

Reply
Roos
8/10/2013 05:19:33 am

pure passie en ambacht, dank!

Reply



Leave a Reply.

    volg deze rubriek

    RSS Feed

    geschreven door

    All
    Daniëlle Wagenaar
    Hannah Van Tassel
    Tilly Hermans

Powered by Create your own unique website with customizable templates.