
![]() Voor Stadslog Rotterdam schrijf ik korte verhalen over mijn werk in de thuiszorg. Het zijn kleine, uit het leven gegrepen stukjes. Ontmoetingen met verschillende Rotterdamse ouderen. Met sommige heb ik een klik, anderen kijken me het huis uit. Onderwerpen zijn beschimmelde appeltaart, frustraties over oude lijven en irritaties met de onderbuurvrouw. // Lees verder //
0 Comments
![]() Gisteren ben ik begonnen in het boek Van je familie moet je het hebben van David Sedaris. Sedaris schrijft korte verhalen en is een fenomeen in Amerika. Zijn belangrijkste thema is familie. Alles wat zijn ouders, zussen en broer zeggen en doen, komt letterlijk in zijn verhalen terecht. Het verhaal Zeg mij na gaat over zijn oudste zus. Een citaat: // Lees verder // ![]() Op de fiets krijg ik zelden een idee. Ik let op het verkeer, mopper op harde tegenwind of op scooters die met hun stinkende uitlaatgassen voorbij racen. Soms geniet ik van de zon of zing ik in mezelf een liedje. Maar ik denk nooit aan een verhaal of aan tekst op de fiets. // Lees verder // ![]() Alweer een poos ben ik bezig aan een nieuw jeugdboek. Ik heb al aardig wat op papier staan en een deel daarvan wil ik nu graag naar de uitgeverij opsturen. Een synopsis en een stuk tekst. Maar de synopsis wil niet goed mijn vingers uitkomen. Een synopsis, een samenvatting van het verhaal, hoe moeilijk kan dat zijn? // Lees verder // ![]() Vorige week gaf ik een workshop voor kinderen in de Schiedamse bieb. De workshop heette: In je dagboek schrijven. Om mij in het onderwerp in te verdiepen, zocht ik een dag van te voren mijn eerste eigen dagboek op. Het lag in een stoffige doos die al jaren onder in een kast verborgen ligt. Ik opende de doos. Mijn oude dagboeken staarden mij aan. Boeken vol eindeloos geleuter over kansloze verliefdheden, sombere buien en onduidelijke vriendschappen, afgewisseld met vage gedichten en boze tekeningen. Materiaal om ooit in de achtertuin in de fik te steken. Ik pakte mijn eerste dagboek, sloot snel de doos en liet het ding weer verdwijnen in de kast. // Lees verder // ![]() Ik lig op mijn zij. Bladeren prikken in mijn huid. Hij ligt bijna tegen me aan. Het licht van de maan geeft zijn gezicht een blauwe glans. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik wil hem aanraken, maar ik hou me in. Dit moment moet zo lang mogelijk duren. Hij kijkt me met grote ogen aan en klikt zijn zakmes open. Er gaat een rilling door me heen. Waar komt dat mes vandaan? Ik kijk in zijn donkere ogen. Zachte bruine ogen die me laten glimlachen. Met de punt van zijn zakmes trekt hij nauwelijks merkbaar een streep over mijn blote buik. Het mes gaat richting mijn borsten, maakt een lange kras over mijn rechterborst, gaat in een boog over mijn schouder, over mijn bovenarm. Ik hou mijn adem in. // Lees verder // ![]() Om mezelf fris te houden, ben ik aan het experimenteren. Ik probeer een kort verhaal te schrijven in een ander genre: het thriller genre. Thrillers zijn populair in Nederland. Bijna iedereen heeft minstens één Saskia Noort, Marion Pauw of Suzanne Vermeer gelezen. Ik ben benieuwd of het mij lukt om een nagelbijtende spanning op te bouwen. // Lees verder // ![]() Eén van mijn goede voornemens is om een weer roman te schrijven die wél wordt uitgegeven. Andere voornemens zijn om meer te schrijven en om meer zichtbaar te worden. Ik heb de neiging mezelf te verstoppen. Misschien is het wel de reden dat ik ooit begon te schijven. Als kind was ik erg verlegen en als je schrijft kun je precies zeggen wat je wilt zonder dat je je mond hoeft open te doen. // Lees verder //
![]() Ineens zit ik midden in een nieuw verhaal. Ik herlas de tekst die ik tijden geleden in mijn schrift schreef en dacht: hier ga ik mee verder. En dat heb ik gedaan. Als ik ga zitten komt er tekst. De woorden rollen er vanzelf uit. Zo makkelijk kan het soms gaan. // Lees verder // |
Liesbeth Mende"Mende doet mij denken aan de jonge Campert"
|